918 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT proef-fokkerij te nemen. S. N. vergeet echter dat de afnemers der grif fins niet de renclubs maar de staleigenaren zijn. Die zullen voor dgl. materiaal hartelijk bedanken, te meer bij het houden van renpaarden niet de aankoopsom der paarden, maar de kosten van onderhoud de hoofdfactor zijn en het onderhoud van een goed paard evenveel kost als van een slecht paard. Een modderen met nog lang niet bewezen slagen van Arabier Sandelwoodkruising op de renbaan, zou ten slotte voor rekening der renstalhouders komen. Die zijn echter in de laatste jaren wijzer geworden. Zelfs het fokken van op Java geboren paarden gaat schrikbarend achteruit, want een driejarig op Java goed gefokt renpaard, kost den eigenaar driemaal zooveel als een even oud prima paard uit Australië geimporteerd, daargelaten dat het aantal der Ned.- ind. gefokte paarden hoe langer hoe meer vermindert. Wel is waar schijnen op Soemba de omstandigheden voor paardenteelt gunstiger te zijn dan op Java, maar om aan één persoon, den ci viel gezaghebber aldaar, (meestal een of ander jong-ofticier zonder de noodige ondervinding op fok-gebied), het heft in handen te geven om onze renbanen met dgl. griffins te bevolken, is wel wat te optimistisch. De resultaten met de Sandelwoods, komende van Soemba, waren in de laatste jaren allesbehalve schitterend in het laatste tiental jaren zijn deze zelfs schrikbarend achteruitgegaan. Vond men vroeger talrijke goede ponies onder de aangebrachte paarden, nu zijn zij een zeldzaamheid, maar ook in de beste jaren heeft nimmer een Sandelwood op de renbaan iets bizonders gepraesteerd en een gewone Preanger van 4 voet RL. hoogte versloeg toen met gemak den besten Sandel wood. De Sandelwood mag een zeer goede hackney zijn, als renpaard heeft hij geen waarde en ook zijne kruising niet Nimmer zal het fokken van paarden op Java oeconomisch recht van bestaan hebben. Herhaaldelijk is zulks op verschillende tijdstippen door bekwame personen beproefd, nimmer heeft dat tot eenig bevredigend resultaat geleid. Waar zijn de groote fokstalleu van Baron von Splinter, den Heer Kerkhoven op Sinagar, den heer Mundt op Parakan Salak, den heer Crone op Tendjoe Ajoe gebleven? Ze zijn verdwenen en hebben vroeger ook slechts gediend om voor eigen gebruik wat ren paarden te fokken, finantieel waren ze steeds waardeloos. De tijden zijn veranderd, met hen ook de zeden, de verbindingen zijn beter, vlugger, gemakkelijker, goedkooper geworden; renstaleige naren vinden het thans rationeeler hun renpaarden te importeeren. Indië is het land van den gaanden en komenden manstabiliteit, hetgeen bij paardenfokkerij zoo hoog noodig is, is daarom hier niet te verwachtende fokkerij heeft hier geheel geen samenhang met het renwezen en zoo de statuten zulks in hun artikel No. 1 beweren, dan is dat een wassen neus In Europa is het renwezen n o o d i g om het vol bloed te behouden en te verbeteren, hier in Indië, waar klimaat en voe- ding-gegevens lijnrecht tegen teelt-voorwaarden staan, zullen races altijd blijven, wat zij nu zijn, uitsluitend een sport en niets meer! Het Gouver nement begreep dit al lang, vandaar het intrekken der subsidies voor renclubs en waardoor het Gouvernement ook Goddank het recht ver loren heeft zich onbevoegd in de geheel particuliere sport te mengen. Het is heel goed te begrijpen dat S.N., vermoedelijk iemand, die het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 304