De diensthond in Indië. (Ueruolg uan Mz. 838 en slot.) Thans nog eenige opmerkingen naar aanleiding van het in den aanvang genoemd artikel. Sinds het concours op Hout- rust gehouden, waarover schrijver spreekt en waarbij het onpraktische van vele oefeningen duidelijk aan't licht kwam, is het programma voor de jaarlijksche keuringen der honden van leden van de N. P. V. gewijzigd en vastgesteld als hier achter zal volgen. Ook ik werd door de prestaties der voorgebrachte honden, waarvan men mocht veronderstellen, dat ze de beste van het land waren, aangevuld met eenige bekende diensthonden uit Duitschland, allerminst bevredigd. Men zou verwachten, dat minstens de helft dezer dieren heel goed zou zijn, doch over 't algemeen was 't zeer matig, bij velen zelfs erg dun netjes. Er waren echter enkele heel goed afgerichte poli tiehonden bij, de meer genoemde Preston voerde alle oefe ningen zoo goed als onverbeterlijk uit. Het voedsel weigeren, iets waar schrijver de nadruk op legt voor honden in Indië, behoeft niemand zorg te baren, daar 't een der gemakkelijkste oefeningen is. Iets lastiger is 't niet eten van- en het niet wentelen in straatvuil, doch ook dat valt wel mee. Wat de dieren bij het uitwerken van sporen te zien gaven, was slechts een schijnvertooning. Men diene niet te verge ten, dat de sporen hoogstens een kwartiertje oud waren, zoodat de meeste honden niet het spoor op den grond, neer gelegd door de voetindrukken, doch veel meer het spoor in de lucht, achter gelaten door de lichaamsuitwaseming van den boef, volgden, 't Zal altijd lastig blijven op een wedstrijd het speurwerk naar waarde te beoordeelen. Er gaan hoe langer hoe meer stemmen op tegen dergelijke wedstrijdenbehalve ter beoordeeling voor het uitreiken van diploma's zijn ze dan ook alleen te verdedigen als krachtige propaganda-middelen. De kwestie van het warme eten is iets waarover ik meer malen gelezen heb. Wat daarvan waar is 't Is moeilijk met ze- I. M. T. 1911. 63.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 315