der voorzitterschap van den G. G. zou meer dan eenig ander middel de gelegenheid openen om eene vruchtbare samen werking te verkrijgen tusschen land- en zeemacht. "We hebben er reeds op gewezen, dat de Wijnkoopsbaai eene zeer kwetsbare plek van Java is. Daarom zouden we willen voorstellen ook daar eene kustversterking op te werpen en 1 bataljon van Tjimahi als oorlogsbezetting van Pelaboe- han Ratoe aan te wijzen, om gedurende een gedeelte van het jaar daar garnizoen te houden. Een ander bataljon uit Tjimahi zou b, v. Cheribon als oorlogsstandplaats kunnen krijgen. Van het 6e bataljon ligt tijdelijk 1 compagnie te Tjilatjap. Deze bezetting is beslist onvoldoende en met den meesten spoed behoort daar het geheele 6e bataljon in garnizoen te komen. Op het gevaar van eene landing bij Tjilatjap, zoo dicht bij Maos gelegen, behoeven we hier zeker niet te wijzen. Ongetwijfeld zal men mij het bezwaar voor de voeten werpen, dat bij eene dergelijke dislocatie ons zwakke leger te veel wordt versnipperd, dat wij dus nergens met eene sterke troepenmacht kunnen optreden. Dit bezwaar schijnt echter grooter dan het in werkelijkheid is. Volgens ons concentratie-systeem blijven na de mobilisatie de troepen op hunne vredesstandplaats, behalve die voor de bezetting der kustplaatsen aangewezen. De volgende kust plaatsen vindt men dan bezet: Tangerang, Batavia, Priok, Pelaboehan Ratoe, Cheribon, Tjilatjap, Samarang en Soerabaja. Veronderstellen we nu, dat de vijand bij Batavia landt en dat het ons bekend is, dat eene landing ergens anders voor- loopig niet zal plaats hebben, dan ligt het voor de hand, om de geheele troepenmacht van Java (met uitzondering van eene kleine oorlogsbezetting te Soerabaja) met den meesten spoed naar Batavia te dirigeeren. Is daarentegen eene tweede landing niet buitengesloten, dan zijn de eenigste kustplaatsen, die daarvoor in aanmerking komen m. i. Pelaboean Ratoe of Cheribon, daar de vijand er toch prijs op zal stellen, om met de hoofdmacht te kunnen samenwerken. Landt de vijand in eerstgenoemde plaats, dan gaan de bezettingstroepen van Cheribon onmiddellijk daarheen en omgekeerd, ten einde het oprukken der daar gelande afdeelingen met inspanning vaD 942 INDISCH MILITAIR TJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 328