alle krachten te verhinderen of te vertragen. Blijft na enkele
dagen bedoelde landing uit, dan moeten ook deze troepen
bij het veldleger aangetrokken worden. Wel ligt dan het
overige deel van Java bloot, maar betrekkelijk zwakke af-
deelingen van den vijand zullen, daar geland, toch geen invloed
hebben op de eindbeslissing, terwijl we nog altijd beschikken
over de schutterijen, Inl. troepen (Barisan van Madoera,
troepen van Mangko-Negero) om enkele belangrijke kust
plaatsen daarmee te beschermen.
Verder zal het in de toekomst wellicht mogelijk zijn om
ook Inl. vrijwilligerskorpsen op te richten, ten einde die te
benutten voor dergelijke secundaire diensten. In elk geval zal
de beslissing over het lot van Java nooit van zulke neven
operaties afhankelijk wezen.
Hoofdbeginsel moet zijn, dat we tegen de hoofdmacht van
den vijand het grootste gedeelte van ons veldleger in actie
brengen op het oogenblik, dat deze landt of pas geland is.
Landt de vijand met zijn hoofdmacht aan de Wijnkoops
baai en met de rest bij Batavia, dan zal de oorlogsbezetting
van Batavia (b. v. 2. bataljons) met behulp der daar aanwezige
kustversterkingen zeker in staat wezen om den vijand zoo
lang op te houden, totdat bij Pelaboehan Ratoe het veldleger
slag zal geleverd hebben. Eene niet minder gevaarlijke operatie
is voor ons eene gelijktijdige landing te Cheribon en te Tjila-
tjap, omdat bij het slagen daarvan de troepen van West- en
Midden-Java van elkaar gescheiden zijn. Landt de hoofdmacht
bij Cheribon, dan is het de vraag, of eene voldoend sterke
troepenmacht daar tijdig verschijnen kan; landt zij daaren
tegen bij Tjilatjap, dan is zulks vermoedelijk wel het geval.
Indien de vijand met zijne hoofdmacht niet bij Batavia
landt, heeft deze plaats hare groote beteekenis in ons ver-
dedigingsstelsel vrij wel verloren. Daar echter secundaire
ondernemingen tegen deze plaats toch nog mogelijk blijven,
is het wel zaak na de mobilisatie al de voorraden vandaar
naar het binnenland te vervoeren, ten einde bij eventueele
in bezitname die voor eigen gebruik te kunnen benutten.
Van het meeste belang is dus om ons tijdig te overtuigen,
waar de hoofdmacht van den vijand landen zal en daarom
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
943