lende, waarvan de omvang nu niet te overzien is. Is echter de groote slag aan de kust in ons nadeel uitgevallen, dan kunnen wij wel trachten den strijd verder in het binnenland voort te zetten, en zulks is zelfs zeer gewenscht, maar meer dan tijdwinst zal daarmee niet verkregen kunnen worden: het eind is dan na korteren of langeren tijd onze onder gang en hiermee het verlies van Java. Het spreekt van zelf, dat onze beschouwingen, die slechts Java golden, ook van toepassing zijn op de Buitenbezittingen. Het is echter onmogelijk ook het leger met de verdediging daarvan te belasten. Wij moeten er juist naar streven reeds in vredestijd de troepen buiten Java door politiekorpsen te vervangen, ten einde op Java zoo sterk mogelijk te zijn. Toch behoeven wij die Buitenbezittingen niet zonder slag of stoot aan den B. V. over te leveren. Juist daar is het zaak om met behulp der bevolking en van Eur. vrijwilligerskorpsen de verdediging te organiseeren, om dat de B. V. op die eilanden toch nooit anders als kleine de tachementen of laudingsdivisies aan wal zal zetten. Het zal echter niet mogelijk zijn om in vredestijd alle troepen van de Buitenbezittingen weg te halen, daar natuurlijk Sabang en evenzoo de Emmahaven, met het oog op eene mogelijke neu- traliteitsschending, verdedigd moeten worden. Wil men daar van echter eenig heil verwachten, dan zullen moderne kustver- sterkingen daar niet mogen ontbreken, omdat we er slechts weinig troepen voor beschikbaar kunnen stellen. Wellicht kan ook de Marine door het leggen van mijnver- sperringen de belangrijkste havens der Buitenbezittingen in meer verdedigbaren toestand brengen. Voor een gemakkelijk overzicht zullen we de door ons voorgestane denkbeelden in de volgende stellingen samenvatten 1. In groote trekken moet de wijze van verdedigen van Indië bekend zijn aan het leger, ook het buitenland mag weten, dat we bij elke landing gereed staan om die af te wijzen. 2. Onze diplomatieke en consulaire dienst (vooral die in Oost Azië) moet beter dan nu geschikt zijn om als voelho ren te dienen voor het N. I. Gouvernement. 3. Een goed werkende politiedienst moet ons dadelijk waar- 946 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 332