16. Verkenning der meest waarschijnlijke landingsplaatsen met het oog op in te nemen stellingen moet elk jaar plaats hebben bij wijze van meerdaagsehe oefening der troepen. 17. De mogelijkheid moet bestaan de voorraden en hulp middelen te Batavia bij het uitbreken van den oorlog zoo snel mogelijk naar het binnenland te vervoeren. 18. Organisatie in vredestijd van een spionnenstelsel is noodig, om den vijand te misleiden en de berichten onzer cavalerie (c. q. wielrijders) aan te vullen. 19. Het Departement van oorlog moet ook in vredestijd zijne standplaats in het binnenland hebben. 20. Geene maatregelen mogen verzuimd worden om bij het uitbreken van den oorlog een maximum voorraad aan levensmiddelen (vooral rijst) op Java te verzamelen (Inten dance-agenten c. q. consuls te Singapore, Manilla, Saigon, Mel bourne enz.), teneinde verhooging van den prijs der levensmid delen gedurende den oorlog zooveel mogelijk te beperken. 21. De oprichting van Eur. en Inl. vrijwilligerskorpsen moet in geheel Indië met alle mogelijke middelen worden aangemoedigd. 22. Onmiddellijk na de mobilisatie moet de Eur. en Inl. pers door eene strenge censuur belet worden voorbarige mededeelingen te doen over de militaire actie; het leger bestuur moet zich van haar bedienen tot het uitstrooien van valsche berichten. 23. De verdediging van het binnenland is de laatste troef, dien wij tegen eenen B. V. kunnen uitspelenenkele werkjes van tijdelijken aard kunnen daarbij van dienst zijn. Het geschokte moreel en de moeielijkheid der aanvulling maken dan echter de kans op succes gering. We eindigen dit opstel met Moltke's practische raadge ving: „Zu einem wirklich richtigen Resultat ist nicht zu- gelangen, aber wir können das Wahrscheinliche ermitteln, und das bleibt im Kriege stets die einzige Basis, auf welche man seine Massregeln zu gi'ünden vermag". Den Haag, October 1910. X. 948 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 334