willens en wetens het paard in twee stukken, breken hem op den duur den rug; gevolg: allerlei misère als doorgaan, slechten voedingstoestand, versleten achterbeenen enz. Eindelijk kunnen wij ook het zwaartepunt naar achteren verplaatsen, door zonder den hals opterichten alleen de achter beenen zeer ver onder den last te schuiven; ik bedoel hier met „zonder den hals opterichten" den hals met voorbedach- tenrade laag houden. Men handelt hier betrekkelijk zoo in strijd met de wetten van de zwaartekracht, dat moeilijkheden bijna niet uit kunnen blijven. Wat toch is het geval? Als men willens en wetens het paard van voren vermeerderd gaat belasten, schept men zich zelf ook willens en wetens de moeilijkheid van vermeerderd onderdrijven van de achter beenen om tot een behoorlijke evenwichtstoestand te geraken, men dwingt zich zelf dus tot zwaarder drijven en meerdere belasting van de hand, dan noodig iswat aan de spier voeging ten goede komt, is ten nadeele van het evenwicht en bij 99 pCt. van de ruiters die op deze wijze werken, blijft het evenwicht in het gedrang, en daarmede ook de „lichtheid", waar het ten slotte toch op aankomt, het gemak waarme de èn paard èn ruiter alle werk verrichten. Men begrijpe s. v. p. goed, dat ik in dit opstel slechts troepenpaarden en ruiters in beschouwing neem. Ter bereiking van het ons onontbeerlijk evenwicht rest ons dus slechts één manier van werken en dat is het trapsge wijze en zeer geleidelijk onderschuiven van de achterbeenen, het langzamerhand en zeer geleidelijk oprichten van den hals, zoodanig, dat de betrekkelijke spieren langzamerhand en zeer geleidelijk, zoodat verzet als het ware uitgesloten is, tot het voor hen in 't begin ongewone werk gebracht worden. Maar zoo'n werk vereischt maanden. Maanden lang wordt eiken dag een schrede verder gegaan, tot op zekeren dag op eiken schaal van de balans 100 KG- gezet kan worden en dus een vinger- drukje de schaal doet doorslaan, wij zijn dus nu instaat 't paard-ruiter complex in zoodanig evenwicht te plaatsen, als voor ons doel noodig is en thans na maanden lange oefening van spieren is er ook geen sprake van, dat het paard zich verzet, want de maandenlange oefening heeft het paard een 952 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 338