geheel andere spierontwikkeling gegeven, en wel een zooda nige, dat het paard zich er een gewoonte van gemaakt heeft met den ruiter op den rug in evenwicht te gaan. Thans is de ruiter volkomen heer en meester, want hij beheerscht het evenwicht, is in staat het zwaartepunt te verplaatsen waar hij het hebben wil en het paard gehoorzaamt, omdat het gehoorzamen moet en het gehoorzaamt gaarne, omdat het geen geweld wordt aangedaan, geen spieren gewrongen worden in ongewone houdingen. Ad 2. Indien eenig werk door het paard verricht woidt met gemak, met „lichtheid", is slijtage tot een minimum beperkt en indien langzamerhand tijdens de dressuur de verplaatsing van het zwaartepunt hand aan hand gaat met de spieront wikkeling benoodigd voor die verplaatsing, dan wordt van zelf het werk met den dag lichter en het afgerichte paard verricht het gevraagde werk spelenderwijs en is de houding, die 't meest behoed tegen slijtage, de evenwichtshouding. Behoeft het nog extra betoog, dat die houding voor het troepenpaard de meest voordeeiige is, waarbij de belasting van het complex paard-ruiter het minst storend werkt op de voortbeweging van dat complex? Belast het dier te veel van voren en wij profiteeren te weinig van de draagkracht van de achterbeenen, plaats het zwaartepunt te veel naar achteren en wij profiteeren te wei nig van de stuwkracht van de achterbeenen. De goede, het minst tot slijtage leidende weg ligt dus in het midden, d.w.z. voor het dienstpaard is het horizontale evenwicht het eenige dat in aanmerking komt. Indien iemand nu kans ziet, om uitsluitend door trainings- arbeid het troepenpaard in een evenwichtshouding te bren gen, zoodat ten 1ste de gehoorzaamheid verzekerd is en ten 2de met zoo weinig mogelijk slijtage gewerkt wordt, dan is het africhten en rijden van het troepenpaard ook niet noo- dig, maar wie ziet daar kans toe, vooral hier in Indië, in een tropisch land? In dit land zijn bijna alle factoren aanwezig die tot een korten diensttijd van het troepenpaard leiden. Het voer is slechter dan in Europa; het overgroote deel der paarden INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 953

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 339