phischen Dienst. Zij wordentelkens naar behoefteopgeroe pen volgens anciënniteit, doen examen en worden indien zij sla gen, ter practische beproeving gesteld, juist zooals nu. Na zes maanden wordt beslist of een doorgezette opleiding voldoende resultaten belooft en dan valt na twee en een half jaar de eind beslissing. Het werk wordt beoordeeld door een Commissie, bestaande uit den Chef van den Topograpbischen Dienst en eenige desnoods tien brigadechefs. De Commissie kent rangnummers toe en in volgorde daarvan, gaan de officieren over bij den Topographischen Dienst. Simple comme bonjour. Bezwaren? Die moeten uit den weg geruimd worden. Zij die de opleiding tot het einde toe medemaken en slagen, gaan onherroepelijk over, dit om te voorkomen, dat zij, die met een laag nummer uit de bus komen, bedanken. Men dient vooruit te weten, wat men begint. Alleen, wanneer de officieren eerst in de formatie worden opgenomen na volledige opleiding, is er kans dat de Dienst ook qualitatief voltallig wordt. Volgens de tegenwoordige rege ling loopen er officieren in de sterkte, wier opleiding nog in het eerste stadium is, met bet gevolg, dat de Brigadechefs tot over hun ooren in het werk zitten en de uiterste krachtsinspan ning wordt gevorderd om te voldoen aan de eischen, die de opneming stelt. Daar voor de meeste officieren bij den Topographischen Dienst, niettegenstaande zij moeten voortkomen uit dat deel van het officierskorps, waarvoor bij hun oorspronkelijk wapen den Luitenant-Kolonelsrang is weggelegd, de gouden kraag niet bereikbaar is, dienen de tractementen zoodanig te zijn, dat daarin, behalve een toelage voor meerderen en zwaarde ren arbeid en opoffering van een groot deel van het sociale en familieleven, een tegemoetkoming voor pensioenderving is opgenomen. Deze aangelegenheid werd reeds ter anderer plaatse en gedocumenteerd in beschouwing genomen. Ik geef mijn meening gaarne voor een betere, doch zooals ik de zaak thans beschouw, heeft een eigen promotieregeling geen enkel nadeel, terwijl de voordeelen, vooral voor iemand, die vertrouwd is met de personalia van den Topographischen Dienst, voor het grijpen zijn. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 967

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 353