De inrichting van een vliegerballon D is als volgt (zie fig. 1 a en Plaat 1). Het gaslichaam is gemaakt van z. g. diagonaalstof. Deze stof bestaat uit twee lagen katoen, waarvan de draden een hoek van 45° met elkaar maken en waartuschen een laag gummi is aangebracht. De buitenste laag is geel geverfd tot bescherming van de gummi. Het lichaam wordt gevormd door een cylindrisch gedeelte, aan beide zijden afgesloten door een halven bol. Onder in het midden van het cylindrisch ge- gedeelte bevindt zich een vulgat F, waaromheen het vulaan- hangsel aan het omhulsel is vastgenaaid. Na de vulling wordt het vulaanhangsel met stevige banden dichtgebonden en af gedekt met een deksel van ballonstof. Dergelijke openingen bevinden zich ook in de ballonnet en in de achterzijde van den ballon. Door middel van een rondom aan het omhulsel vastgenaaiden wand is 'net inwendige verdeeld in de Gas- ruimte G en de ballonnet B. (Bij de 600 M3 vliegerballon is de inhoud van de ballonnet 150 M3) Door middel van den windvang O wordt door den wind lucht in de ballonnet geblazen, zoodat het omhulsel steeds strak gespannen blijft. Deze windvang is van binnen gesloten door een terugslagklep, die de lucht er wel in- maar niet uitlaat. Teneinde te grooten luchtdruk in de ballonnet te voorkomen, is een automatisch stofventiel A aangebracht. Aan den binnenwand is een ketting L aangebracht die verbonden is met het ventiel D. en die zoodanig werkt, dat als de ballonnet ledig is en men dus gevaar loopt van te grooten gasdruk, het ventiel opengaat. Het ventiel kan ook middels de ventiellijn M. van uit de mand geopend worden. Yoor de juiste stelling van den ballon in de windrichting is de stuurzak C. aangebracht. Bij de monding van het kegel vormig gedeelte is een ventiel d c met terugslagklep aange bracht. De windvang O' dient om bij zwakken wind de voor ste opening in hare werking te ondersteunen. Daar het bal- lonnetventiel A in de stuurzak uitmondt en dus nimmer daarin te grooten druk mag voorkomen, is aan den top van INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 971 1) Voor eene uitvoerige beschrijving zie o, a. Der Unterriclit des Luftschif- fers van v. Tschudi.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 357