De Uesting-flrtillerie heeft den tijd. De generaal meesmuilt, het had niet beter kunnen gaan. De voorbereide terugtocht is prachtig afgeloopen en heeft den vijand zware verliezen berokkend. Op den opmarschweg, die langs het steile ravijn voerde, is het eene zich opofferende en verscholen houdende groep van een man of zes gelukt de mijnen te laten springen, juist toen de veldhouwitsers passeerden. De paarden, radeloos van schrik, zijn met batterij en al in het ravijn verdwenen. Eene cavaleriepatrouille op een der toppen heeft het gezien en gerapporteerd. Nu nog een mislukten aanval tegen de stelling en dan is dé opperbevelhebber klaar voor de contre-attaque. De politieke constellatie dwingt de tegenpartij tot snel handelen. Door hare gunstige ligging is de stelling zeer sterk en het daarvoor gelegen terrein is zoodanig, dat alleen het terrein- winnen aldaar den vijand al op zware offers zal komen te staan. Eenige bataillons liggen nog uitstekend in het voor terrein. Yan de G. K. kogels der veldart. (de veldhouwitsers liggen nog altijd in het ravijn) trekken zij zich in hunne goed aangelegde loopgraven niet veel aan. Eenige uren geleden heeft de infanterie der tegenpartij ge tracht terrein te winnen, maar met behulp der enfileerend vurende veldbatterijen is dit gansch mislukt. „Ja, Ja", denkt de generaal, „er is reden tot tevredenheid. Onze reservetroepen zijn nog frisch, en volgens spionnen- berichten heerscht er aan de andere zijde reeds typhus en dy senterie". Het navolgende tooneel speelt zich nu af: 1 u. N. M. De bataillons, die in het voorterrein liggen, worden uit hunne rustige zaligheid leelijk opgeschrikt. Wat drommel, dat zijn O. K. kogels die raken. Het geheim is gauw opgelost: eene Mr. batterij neemt hen onder vuur.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 35