Deze motorballons hebben het nadeel een langen gondel te be
zitten, die in bergterrein het landen lastig maakt en in het al
gemeen een oorzaak van defecten is, Het vervoer en demon-
teeren van den gondel is ook lastiger dan bij de hierna te noe
men Parseval-ballons.
Het gaslichaam A van den Parseval-ballon (tig 5 Plaat I)
bevat 2 ballonnets en wel één voor en één achter (E en B'), een
ventiel C, dat bij ledigen toestand van de ballonnets openge
trokken wordt, zoodat nimmer een overmatigen druk in het gas-
omhulsel kan ontstaan en de stabilisatie-vlakken D en E. De
stijve vorm van het ballonlichaam wordt zoowel bij de half
stijve als bij de slappe motorballons verkregen door het inper
sen van lucht in ballonnets, waardoor het gas onder druk
komt. Achter E bevindt zich het vertikale stuur F. Een hoogte
stuur is niet aanwezig, maar vervangen door de werking
der ballonnets. Wordt toch B gevuld en B' niet, dan is het
vooreinde zwaarder, de ballon gaat dientengevolge scheef
staan en daalt; vult men echter B' en is B ledig, dan stijgt de
ballon. Aan het ballonomhulsel is de gondel bewegelijk opge
hangen door 2 stel kabels, nl. de kabels a, die vast aan den gondel
zitten en de kabels b, die over 4 rollen r van den gondel loopen.
Boven op den gondel en wel s.vmetrisch ten opzichte van de
lengte-as zijn een tweetal schroeven S geplaatst. Deze schroe
ven zijn, in onderscheiding van alle andere schroeven, vervaar
digd van doek, dat aan 't einde verzwaard is. Indien ze door
een lichte veer in den ruststand niet zouden zijn gespannen,
zouden de schroefbladen slap nederhangen, zooals bij het oude
type het geval is. Bij het ronddraaien wordt echter het doek
door de verzwaring aan het uiteinde en de werking van de
middelpuntvliedende kracht strak gespannen en neemt het
den voor eene nuttige werking noodigen schroef vorm aan.
In den gondel bevinden zich voor meerdere bedrijfszekerheid
in plaats van één, twee motoren, een benzinereservoir enz.
De ventilator is voor de schroeven boven op den gondel ge
monteerd. M. i. zijn dit tot op heden de meest geschikte typen.
Ze zijn o. a. aangeschaft door Duitschland, Oostenrijk-Honga-
lije, Rusland, Japan en voldoen goed. Als voorbeeld geven we
hier de afmetingen van het nieuwste voor het Duitsche leger
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
977
I. M. T. 1911. fi(ï