geval niet gelijk zullen zijn. Het voordeel bestaat dus alleen ten behoeve van de eenvoud van de geheele munitie uitrus ting in de magazijnen en voor het geval, dat gedurende de laatste perioden van den oorlog een projectielsooit van berg- of veld-artillerie niet in voldoende hoeveelheid aanwezig mocht zijn. Aan dit bezwaar is slechts tegemoet te komen door de geheele munitie- uitrusting van onze batterijen zoo ruim mogelijk te nemen, wat ons meer aanbevelenswaard lijkt, dan het verwringen van de eischen van het bergkanon in de richting van het projectiel van de veld-artillerie. Wordt bij een vuurmond van 7.5 cM., bij een projectiel gewicht van 6.5. KG. de aanvangssnelheid opgevoerd, dan is men in staat de drachten tot 6000 M. te vergrooten. Meer malen wordt dan ook gezegd wat de toenmalige kapitein Gooszen schreef D „Al mocht onze artillerie het vuur boven 5000 M. niet noodig achten, moet toch de infanterie voor het dooven of onzeker maken van op haar gericht artillerie vuur, niet tevergeefs een beroep doen op de eigen artillerie, moeten wij niet het antwoord schuldig moeten blijven, doch instaat zijn, hetzelfde als de vijand te presteeren." Het is blijkbaar de de bedoeling van den schrijver, dat onze artillerie in zoon geval op afstanden boven de 5000 M. het vuur op de vijan delijke batterij opent. Waarmee? Met granaten? Geen trefkans. Met granaatkartetsen Geen uitwerking tegen die schildbatterij. Zelfs een veldbatterij zou op afstanden boven de 5000 M. den strijd met de vijandelijke artiilerie niet mogen aanbinden, hoeveel minder is dan het vuren op die afstanden met het ballistisch lager staande berg-kanon verantwoord. Wat is dan het voordeel van de mogelijkheid van het vuur op groote afstanden? Alleen dat we in staat zullen zijn zoo nu en dan op die groote afstanden gesloten groote doelen, die zich voor mochten doen te dwingen, zich reeds te dekken, te noodza ken, een gemakkelijken weg en formatie te verlaten en een andere meer bezwaarvolle te zoeken. Dit voordeel is indei- daad niet gering en voor veld-artillerie zelfs noodzaak. Mag 982 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1) I. M. T. 1909, I, blz. 579.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 368