laatste is dan wel het maximum dat bereikt wordt. Of nu
die 6° verschil (op kortere afstanden wordt dit verschil in
invalshoek minder, en bedraagt op 1500 M. nog ruim een
graad) meerdere uitwerking achter dekkingen zal verschaffen,
meenen wij ten zeerste in twijfel te moeten trekken. Yoor
het vuren tegen doelen achter dekkingen zijn ook in berg-
terrein houwitsers noodig. Oostenrijk bezit in zijn berg-
houwitser M. 8 en 10 een unicum (minimum invalshoek onge
veer 26°.)
Luitenant Hanika 0 stelt voor, om, indien men vast wil
houden aan gekromde banen voor berggeschut, ook hierbij
evenals bij de houwitsers meerdere ladingen in te voeren,
daar het zoeken naar een iets kleinere V0 half werk is, dat
het vermogen van den vuurmond vermindert, zonder afdoen
de aan het bezwaar tegemoet te komen. Hij stelt voor, de
hulzen zoodanig aan de projectielen te verbinden, dat zij
gemakkelijk afgenomen kunnen worden, zoodat bij het boog
schot de noodige deelen van de lading verwijderd kunnen
worden. Hij is van meening, dat de meer ingewikkelde be
werking in den koop genomen mag worden tegen de groote
voordeelen, die volgen uit het gebruik van gekromde banen,
te meer waar het, bij' het bevuren van gedekte doelen, meestal
niet op groote vuursnelheid aankomt.
De vraag is evenwel of de spreiding in de aanvangsnelheid
bij deze, niet op krombaan vuur geconstrueerde kanonnen,
niet aanzienlijk grooter zal worden. Hoe het ook zij, het
voordeel van een bestreken baan, de grootere trefkans tegen
vertikale doelen (schilden) mag niet uit het oog worden
verloren en daarvoor is groote bestrekenheid noodzakelijk.
Door het opvoeren van het projectielgewicht en de aan-
vangssnelheid lijdt de stabiliteit van het stuk. Dit kan slechts
worden verholpen door het kanon zwaarder te maken of door
toepassing van een bijzonder remstelsel. (Kanonvooruitloop-
geschut). De thans bereikte grens van het projectielgewicht
is 6.5 KG. Of bij dergelijke vuurmonden de stabiliteit vol
doende verzekerd is - zelfs bij deelbare kanonnen is nog de
984
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
1) Streifleur 1910 No. 1 blz. 731.