en de trefzekerheid, om een juist vergelijkingsbeeld van verschillende vuurmonden te verkrijgen. Gaan we de spreidingen in de eerste plaats na, dan maken die, gepubliceerd in de Fransehe schootstafel een zeer gunstigen indruk. Maar, zegt generaal Rohne, die moeten geflatteerd zijn, vooral omdat men als nadeel van het kanon vooruitloop geschut noemt, het vergrooten van de spreidingen in verheffingshoek. Het zal toch dien generaal, naar we mee- nen, geen geheim meer zijn, dat juist op de groote afstanden de spreidingen van de verheffingshoek bij vuurmonden van zeer weinig invloed zijn op de totale spreiding, maar deze aldaar in overheerschend ruimere mate wordt bepaald, dooi de variatiën in Y0. Het is toch een algemeen bekend feit, dat een kleine verandering van elevatie de dracht minder wijzigt, naarmate deze grooter is. De kleine spreidingen op de groote afstanden wijzen dus niet op kleine variatiën in de verhef fingshoek, maar op hef feit dat de afwijkingen in de aan- vangssnelheid in de eerste plaats gering zijn, en dat zij in de tweede plaats van niet grooten invloed zijn op de totale spreiding. Dit vereischt nadere toelichting. Roemen we de afwijking in aanvangssnelheid AY0 en die in dracht, die daar het gevolg van is AX, dan leert de ballistiek dat A x 2 X tg AY0 tg waarin X de schootsafstand, de uitvaartshoek, cc de invalshoek. Deze waarde wordt grooter, bij het grooter worden van de drachten, terwijl ze kleiner wordt, naarmate het verschil tusschen tg p en tg cc grooter wordt. Dit verschil is even redig, met de belasting op de dwarsdoorsnede van het projectiel, want, INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 987 1) Reglement provisoire de manoeuvre de l'artillerie de montagne, titre III. Manuel de tir. page 43.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 373