INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 991 blauwe attila, met dien verstande dat voor Opper- en Hoofdofficieren, die sterren zullen worden aangebracht op belegsels (zie fig. 2) van hetzelfde galon als door die officieren op den kraag der blauwe attila wordt gedragen, terwijl bovendien de Opperofficieren op elke mouw de sterren dragen even als thans nog voor de witte attila is voorgeschre ven, n. 1. 3 voor den luitenant-generaal en 2 voor den generaal-majoor. Voor de onderluitenants vervalt het thans op de witte attila gedragen wordend galon Als distinctief voor het wapen of dienstvak zijn voor de hoofd- en subalterne officieren schouderbedekkingen in den vorm van het bestaand model en belegd met goud en zilver galon al naar gelang de me talen onderdeelen van de pet verguld of verzilverd zijn voorgesteld, voorzien van emblemen van gebombeerd metaal (voor de Infanterie een hoorn, voor de Artillerie 2 gekruiste kanonnen, 1voor de Genie een helm, vo.or den Geneeskundigen Dienst een met lauwerbladen omvlochten esculaapstaf, voor den Generalen Staf en de Intendance een 5 puntige ster, voor den Topographischen Dienst een theodoliet en voor de Staf- muziek een lier) en aan de kanten gebiesd met zwart laken voor de wapens en met laken in de uitmonsteringskleur voor de diensten (zie fig. 3) 4). De schouderbedekkingen voor opperofficieren zullen zijn vervaardigd van vierkoords gevlochten rond gouden koord ter dikte van m. M. en voorzien van het voor het wapen of dienstvak, waartoe zij behooren, voorgesteld embleem van gebombeerd metaal (zie fig. 4). Dit zijn in het kort de aanhangige voorstellen betreffende de wijzi ging van de witte jas, waarmede de Indische Regeering zich reeds heeft kunnen vereenigeu en waarvan de invoering nog wacht op de goedkeuring van de Kroon. Deze veranderingen zullen alsdan met ingang van 1 Januari 1915 bindend zpn. Laat men nu de eventueel aan te maken jassen reeds dadelijk voor zien van 6 knoopen en 4 zakken van de voorgestelde klepsluiting, waar toe het bestaand model vrijheid laat, dan kunnen die jassen met weinig moeite in de voorgestelde witte uniformjas worden gewijzigd; slechts het treswerk op de mouw en de sterren op den kraag behooren alsdan nog te worden aangebracht, om haar met het model in overeenstem ming te brengen. Over het aanhangige voorstel tot vervanging van de bestaande schou derbedekkingen door nieuwe is slechts met een enkel woord gerept. Het groote bezwaar aan het model der tegenwoordige schouderbedek kingen verbonden is wel dat de verschillende wapens en diensten moei lijk^ van elkander zijn te onderscheiden, terwijl er geen kenmerkend verschil bestaat tusschen officieren en tot het dragen van de witte uniform gerechtigde militairen beneden dien rang. Door de voorgestel- li Het embleem van de artillerie heeft altijd bestaan uit 2 gekruiste kanon nen gedekt door een kroonmen denke aan de oude Hollandsehe Schako, de onlangs afgeschafte giberne, en de schouderbedekkingen der artillerie officieren van het leger in Nederland. Ook boven den ingang van de nieuwe vesting artillerie kazerne te Weltevreden is het embleem met de kroon aangebracht. Welke motieven ertoe hebben geleid thans de kroon weg te laten is ons niet bekend. Red- 2) Een Wapendistinctief voor de Cavalerie ontbreekt. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 377