INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 997 Fransche vechtwijze, die bij het begin van den oorlog van Duitsche zijde als volgt werd geschetst: „De voortreffelijkheid van het Fransche geweer mag ertoe verleid hebben, veel waarde te hechten aan de vuuruitwerking bij de verdediging, die echter het Fransche élan weinig weerspreekt. Als regel werd zelfs de verdediging gelast en stond men een aanvallend optreden eerst toe, wanneer de vijand door den lang- durigen strijd meer of minder was vernietigd." Bij Worth, Spicheren en Mars la Tour wierp afgezien van kleine pogingen van onderdee- len de Duitsche aanvalskracht alles overhoop nog vóórdat de Fransche strijdwijze tot haar recht kon komen. Ontegenzeggelijk zit in de hui dige opvatting nog steeds een stuk uit vervlogen tijden. Geheel anders luiden onze Duitsche grondbeginselen. Wij kunnen volstaan met de beide volgende zinnen van het reglement, die den grondslag van ons voorschrift weergeven: „De drijfveer, die de infan terie bezit voor het aanvallend optreden, moet opgekweekt worden; hare handelingen moeten beheerscht worden door de gedachte: Voor waarts op den vijand los, het koste wat het wil." De meest treffende veroordeeling velt punt 3d2 van ons reglement: „Heeft de vijand het besluit genomen zich tot de verdediging te bepalen, dan doet hij tevens afstand van de vrijheid van handelen De russische infanterie trad in 1904 op met de bedoeling de nationale leer van Suwarow en van Dragomirow in de daad om te zetten, dus door zonder al te lange voorbereiding met vuur middels de kracht der massa voorwaarts te schrijden. Zij stiet echter op een tegenstander, die moreel en tactisch oneindig boven haar stond. Voor het doorzetten van den aanval, vooral onder de vernietigende uitwerking der heden- daagsche vuurwapenen, is zooals ons reglement zegt, „een hoog moreel bij den troep" noodig, hetgeen den troep moet worden aan gebracht. Beide eigenschappen ontbraken aan de russische infanterie. In werkelijkheid werd de oorlog verdedigend gevoerd, de aanvallen verbloedden meestal zeer vroegtijdig en sloegen over in achterwaart- -sche bewegingen, liet nieuwe reglement wil deze treurige ervaringen van den beginne af voorkomen en den troep bij den aanval zulke grondbeginselen inprenten, die hem in staat stellen de moeilijkheden beter te overwinnen dan dit in den japanschen oorlog het geval was. Daarom rekent het reg emeDt bij den aanval alleen op de overwinning en beveelt hem als een grondbeginsel aan, dat den aanvoerders van alle rangen steeds voor oogen moet zweven. De aanvalswijze der infanterie onderscheidt zich bij de drie legers bovenal daardoor, dat het bij ons zoo met nadruk genoemde ontmoetings gevecht, dus de overgang van de marscbcolonne tot het gevecht, bij krachtig aanpakken der voorhoede en ombuigen der enkele verken ningspatrouilles naar de gekozen aanvalsrichting noch in het fransche, noch in het russische leger weerklank heeft gevonden. Beide hechten wel is waar ook waarde aan een kracbtigen inzet der voorhoede, ge steund door Artillerie, maar in tegenstelling met onze beschouwingen meer onder het gezichtspunt, dat de voorhoede slechts zoolang een sleepend gevecht heeft te voeren, tot de hoofdmacht zich flink heeft kunnen ontwikkelen en gereed is tot den aanval. Zoowel bij de Fran- schen als bij de Bussen verklaart zich dit gevoelen uit de bezorgdheid,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 383