van de iets grootere gevoeligheid van pikrinezuur of pikra-
ten tegen schokken, behoeft vooral bij de kleinere aanvangs-
snelheden en gasdrukken in berggeschut zeker niet te bestaan.
De grootste bezwaren tegen klein kaliber vuurmonden le
veren de granaatkartetsen. Het rendement van de granaat
kartetsen vermindert snel bij het kleiner worden van het
kaliber, zoodat practisch van dit projectiel bij een kaliber
kleiner dan 6 cM. geen sprake meer kan zijn. Het rendement
van de Fransche granaatkartets van 6. 5 cM. bedraagt 87. 2
van de Schneidersche GKT van 7 cM. (gewicht 5. 3 KG) 50. 9
van de 7. 5 cM. (gewicht 6.5 KG.) 47.4
Het aantal en de gewichten van de vulkogels mogen blij
ken uit het volgende staatje.
Aantal Gewicht van een
kogels. kogel in g.
Fransche 6.5 cM. GKT. 138 12
Schneider 7 cM. GKT. 270 10
id 7.5 cM. GKT. 280 11
Ned. Ind. 7.5 cM. GKT. NM. 270 11
Het minimum gewicht van de vulkogels wordt bepaald
door de te verwachten uitwerking tegen levende doelen. Men
neemt aan dat dit 8 a 9 gram bedraagt. Grooter gewicht
van den kogel vermeerdert de dieptewerking van de granaat
kartets, geeft grootere doorslagkracht, maar vermindert het
aantal. De dieptewerking wordt bovendien bevorderd door
een groote kamerlading, waardoor de voorwaartschësnelheid
van de kogeltjes aanzienlijk wordt vermeerderd. Hiervan is
bij het Fransche geschut ruim gebruik gemaakt. De kamer
lading bedraagt aldaar 110 gram F kruit, zij geeft aan de
kogels in het springpunt een snelheidsvermeerdering van
100 M., terwijl de kamerlading van onze 7.5 cM. GKT 65 gram
buskruit No. 2 bedraagt, welke aan de kogels ongeveer 80 M.
snelheidsvermeerdering meedeelt. Daardoor en door het meer
dere kogelgewicht is de dieptewerking van de Fransche gra
naatkartets zoo groot mogelijk gemaakt. De dieptewerking
bedraagt:
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
1017