Eigenaardig was ook de uitkomst van de volgende proef.
Ik liet allen met hetzelfde normale geweer (waarmee ik zelf
een schot juist in het kruispuut der snijlijnen bracht) één
schot op de zelfde schijf afgeven: het bijgaand figuurtje
-r-
i
i
i
geeft een illustratie van de capaciteiten dergenen, die de ge
weren der bataljons „inschieten". En nu kan het natuurlijk
zijn, dat de opleiding niet goed of niet voldoende was, doch
waar dit bovenstaande, voor zoover mij bekend, een alge-
meene klacht is van de officieren met de bokschutters belast
(behalve dan misschien bij enkele Amboineesche bataljons),
moet volgens mij de fout bij de schutters gezocht worden.
De Europeaan, die onzuiver richt en rukt, de Inlander, die
den eenen dag goed en den volgenden beroerd schiet, zonder
dat men er feitelijk een andere reden voor kan opgeven,
dan dat hij een inlander is!
Het is een feit en officieren van wapening, die het hardst
klagen, omdat zij er de meeste last van ondervinden, geven
het mij grif toe, er zijn bijna niet twee bokschutters, die
met eenzelfde geweer, onder gelijke omstandigheden een
zelfde beeld schieten! En, zooals gezegd, men durft bijna
geen menschen afvoeren, omdat men waarschijnlijk toch
hetzelfde gehalte terugkrijgt.
1036
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT