En dan is er nog iets! M.i. is het een besliste noodzake lijkheid, dat de officier, die met de opleiding en het inschie ten belast wordt, zélf een uitstekend bokschutter en boven dien technisch op wapengebied goed onderlegd is. Hij moet in staat zijn iedere twijfelachtige uitkomst te kunnen con troleeren en voor het inschieten ieder geweer grondig te onderzoeken. Nu weet ik wel, dat de te beproeven geweren, eerst door een geweermaker moeten worden onderzocht, maar dit geschiedt in de praktijk niet altijd en is ook niet altijd mogelijk. Regel is, dat de officier zelf dit doet. Zoodat men herhaaldelijk ziet gebeuren, dat geweren, die na de eerste proef ter verandering worden gezonden, terugkomen met bericht, dat dit of dat (meestal voor een terzake kundige dadelijk te zien) niet deugt en eerst hersteld moet worden, dus patronen-, materieel- en tijdvermorsen. En telkens weer nieuwe soesah voor geweermaker en officier van wapening. Trouwens het slechte, volstrekt onbetrouwbare schieten van de schutters zelf kost ook het noodige, zoowel aan geld, als aan tijd en onnoodige of liever nuttelooze werkzaamheden. Men verandert een geweer op een beeld, de schutter schiet weer en het nieuwe beeld wijst uit, dat de oorspronkelijke stand de ware was. 't Gebeurt dagelijks! En dat zooveel officieren technisch van inschieten en trouwens van schieten en ballistiek in 't algemeen niet altijd het hoog noodige weten, levert weer nadeelen. Want dikwijls „leenen" de compagnieën de bokschutters onder een officier of onderluitenant van een andere compagnie, die dus de schutters niet kent. En 't gevolg ik heb persoonlijk een pak schijven bij een compagnie gevonden gedateerd 1909 en loopende over 't inschieten van 60 geweren. En daaruit bleek, dat 't volgende was geschied. Dit zegt het schiet-voorschrift„Doordien de lengte van de richtas bij standvizier m.M. is, komt 0.1 m.M. ver plaatsing van het hoogste-punt der korrel in horizontalen of in verticalen zin overeen met een verplaatsing van het middelste trefpunt op 50 M. van c.M. in tegengestelde richting", waarbij de bovenste cijfers voor het geweer, de onderste voor de karabijn gelden. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1037

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 427