neezen is het anders, daar heb ik bij goede en zuivere op leiding, werkelijk verblijdende uitkomsten gezien. Neemt men nu ook nog in aanmerking, dat de bokschutters voor 't inschieten, en dit geheel tegen de uitdrukkelijke voor schriften, dikwijls inférieure munitie ontvangen, die „op moet", terwijl er B. Cton bepalingen maken, dat het inschieten even lang moet duren als de andere diensten (je moet de menschen immers bezighouden), terwijl 't reglement de uren van 61/., 9 als de aangewezene aangeeft en meestal na dien tijd door trillingen, zon enz. het richten onzuiver geschiedt en geschieden moet, dat het inschieten zelf vaak zonder eenige methode gaat [zoodat Jan het geweer de le maal, Piet de 2e maal en Kees de 3e maal probeert, terwijl Jan, Piet en Kees (zie boven) onderling verschillend schieten en 't geweer dus maar steeds door moet worden veranderd en men ten slotte even wijs is als aan het begin] dan vraagt men zich wel eens af of de weinig schitterende schietuit- komsten hun oorzaak ook niet gedeeltelijkin de schietkunstige en ballistische en verdere eigenschappen van de bokschutters en hun leider moeten zoeken Zoo moest het ook niet kunnen voorkomen, dat een man bij 't inschieten komt met een geweer met lossen bajonet, een be schadigden korrel, grendelweigering, te hooge handbeschermer, rammelenden ontlaadstok e. d.; dat moest door een wekelijk- sche, grondige wapeninspectie, zooals 't in Holland geschiedt, worden voorkomen. Tenslotte, resumeerendein de eerste plaats, moet de officier, die met de leiding belast is, méér weten van „het schieten" dan tot heden het geval is (bijv: een officier die een cursus aan de Normaalschietschool en liefst ook aan de Hembrug heeft gevolgd; men zou iets dergelijks in Holland verplichtend kunnen stellen voor ieder pas-benoemd officier En dan ...ja, 't beste is natuurlijk een centrale inrichting te Batavia of op iedere afdeelingshoofdplaats en dan voor goed breken met dit onvoldoende en onzuivere bataljonssysteem. En waar dit nu om financieele redenen niet kan is er toch nog wel (tenminste voor de groote garnizoenen) iets anders op te vinden. INDISCH MILTAIR TIJDSCHRIFT 1039

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 429