gon, bij het Australische paard grondig tot staan te brengen
en naarmate er meer werk gevorderd werd nam de honger
ziekte ernstiger afmetingen aan.
Ik heb nooit osteomalacic op stal gehad, maar wèl honger
ziekte.
Sinds 1902 had ik eene groote verscheidenheid van paarden
op stal. Van '03 tot '09 stonden er steeds minstens vier bij
mij, soms maanden achtereen zes of zeven, doordat andereu
zoo vriendelijk waren hunne paarden aan mij toe te vertrou
wen, 't zij voor dressuur, 't zij voor correctiedressuur.
Wat hoogte betreft, varieerden de paarden van 1.40— 1.66.
't Minste dat de paarden te eten kregen was 7 K.G.
gaba, maar meestal kwam er nog 1,2 of 3 K.G. haver bij,
meestal werd ook 1 a 2 K.G. molascuit bij gevoerd. In 't be
gin van elke maand schreef ik de rekeningen voor de H. H.
die mij hunne paarden toevertrouwden en werd mij daarop 't
uitgegeven geld aan voer gerestitueerd. Ik moet eerlijk be
kennen, dat ik mij soms schaamde voor de hooge bedragen
aan voer die ik in rekening te brengen had en vaak schrapte
ik een bedrag, uit angst dat men zou denken dat ik er een
zoet winstje van over wilde houden. De Australiërs, die ik
op stal had, varieerden tusschen 3 en 10 jaar, er waren
paarden onder zoo juist uit Australië aangebracht, paarden
die in een renstal geweest waren, paarden die bij een bur
ger mijnheer op stal gestaan hadden en paarden die uit den
troep kwamen, dus den weg Padalarang Depöt-Escadron
eerst afgelegd hadden, voorts paarden die eerst in handen
van collega's geweest waren. De dankbaarste pupillen waren
de paarden die reeds eenige maanden op Java waren en nog
niet in militaire handen geweest waren, deze dieren hadden
veelal nog geen gaba gehad en waren gevoed met Australisch
hard voer, 't geen onmiddellijk te voelen was aan hun meer
dere kracht en energie. Zeer dankbaar was ook 't rijden op
3 en 4 jarige paarden; deze dieren kwamen juist in mijn
handen op den kritieken paardenleeftijd en ik zorgde er wel
voor ze een extra hoeveelheid haver toe te stoppen. Juist
op den leeftijd van 3 tot 4 jaar moet de ontwikkeling krachtig
gesteund worden door voer, paarden die op dien leeftijd een
660
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT