ruiters (of/en wielrijders) toegevoegd (c. q. gevorderde paarden
en rijwielen).
De talrijke artikelen, ook in Indische vak- en dagbladen,
verschenen over de eischen, aan den militairen wielrijder te
stellen, zullen bij belangstellenden zeker wel de overtuiging
hebben gevestigd, dat het eene dwaasheid mag worden geacht
in oorlogstijd het benoodigde aantal wielrijders aan te vul
len uit vrijwilligers van den troep (waarmede deze aan hun
oorlogstaak worden onttrokken) dan wel uit burgers. De hooge
eischen, zelfs aan den uitsluitend als ordonnans te gebruiken
wielrijder, laat staan den strijder, te stellen, maken eene
deugdelijke opleiding noodzakelijk, waartoe in oorlogstijd geen
tijd noch gelegenheid zal bestaan.
Het mag dus een door de reglementen gestelde, overigens
bescheiden eisch geacht worden, dat reeds in vredestijd, reke
nende op 20% mobilisatie verlies, voor de 20 veldbataljons op
Java en Sumatra over 20 X 6 30 d. i. 150 goed geoefende be-
richtrijders kan worden beschikt; daarbij komen 55-j-15 70
voor staven en treinen, zoodat (de wenschelijkheid van wiel
rijders-strijders voorloopig buiten beschouwing gelaten) ten
allen tijde over 220 deugdelijke berichtrijders zal moeten wor
den beschikt.
Stellen we hiertegenover den huidigen toestand, waar
ter instandhouding van eene wielrijders afdeeling van 3 of
ficieren en 72 minderen het 10e bataljon tot 3 compagnieën
moest worden ingekrompen, de infanterie hare gevechts
kracht met 1 Eur. Compagnie moest inboeten dan is de re
den, waarom geen gevolg wordt gegeven aan de uitdrukkelijke
begeerte der Koningin, niet ver te zoeken, moet die wel gele
gen zijn in de allernoodzakelijkste zuinigheid in leger-uitgaven.
Het wil mij dan ook nutteloos toeschijnen op de urgente
uitbreiding van het weilrijders-contingent aan te dringen,
zonder de middelen aan te geven, waarop die uitbreiding
zonder aanmerkelijke vermeerdering van kosten kan worden tot
stand gebracht.
Bij het zoeken naar dgl. oplossing vallen al spoedig enkele
categorieën infanteristen op, die door diensten en zelfs beta
ling bevoorrecht zijn boven den gewonen combattant en in
1042
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT