opgeleid en gebruikt zouden kunnen worden als wielrijders.
Wil men de stafhoornblazers bij de muziek, in oorlogstijd
bij de ziekendragers, behouden, zoo resteeren nog
24 Europeesche gegradueerden,
255 minderen
voor den wielrijderdienst, een aantal, dat voldoen kan aan
den hierboven ontwikkelden minimum-eisch van 210 bericht-
rijders. Wanneer dan bij mobilisatie verder de beschikking
wordt verkregen over de bijna afgerichten der in opleiding
zijnde bereden hoornblazers (zie hieronder), d.i. bij benadering
50 van de 90 élèves en de buitenbezittingen van hunne
100 bereden hoornblazers er eveneens 50 aan de veldbatal-
jons afstaan, ontstaat een toestand, die de mogelijkheid
schept, onze zwakke cavalerie geheel te ontheffen van den
ordonnansen dienst, zelfs gedeeltelijk van den veiligheidsdienst
bij de infanterie. Per veldbataljon zou dan over 15 wielrij
ders kunnen worden beschikt.
Moge uit het navolgende blijkeD, dat geen overwegende
bezwaren van financiëelen aard de bereiking van dezen toe
stand in den weg staan, evenmin uit een oogpunt van oplei
ding, uitrusting en oefening groote hinderpalen zijn te over
winnen.
Opleiding.
Erkennende, dat hoornsignalen te velde bij uitzondering
urgent, in kampement of bivak zeer gewenscht blijven, wil
het mij voorkomen, dat aan het muzikale gedeelte der op
leiding der bereden hoornblazers ware tegemoet te komen
door de invoering van een minder longen-afbeulend instru
ment dan de tegenwoordige hoorn. Het zal dan wel aan
geen twijfel onderhevig zijn, dat, al moge de muzikale oplei
ding bij de korpsen mogelijk blijven, de training voor wiel
rijder en de opleiding voor berichtrijder c. q. strijder beslist
eene uniforme zal moeten zijn.
Het wil mij voorkomen, dat bij de korpsen, ook bij de
depot-bataljons, geschikte krachten al dadelijk onderricht
kunnen krijgen als hoornblazer en zich de elementaire kennis
van het rijwiel eigen maken, terwijl zij schietoefeningen met
de karabijn medemaken enz. Met het toezicht en de leiding
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
1045
I. M. T. 1911. 70