dezer oefeningen ware te belasten een officier, die tevens de gezamelijke oefeningen der bereden wielrijders leidt, afkom stig van een cursus bij het wielrijders-depot, evenals de hem terzijde staande gegradueerde (tegenwoordige staftamboer). Bij geschiktheid, blijkende uit de resultaten der opleiding in schieten, blazen, theorie rijwiel, een weinig kaartlezen, orienteeringsvermogen en overbrengen van berichten, zouden de recruut-wielrijders bij het bovenbedoelde wielrijdersdepot worden ingedeeld, waar zij gedurende ongeveer 8 maanden tot militair wielrijder worden opgeleid. In verband met de wenschelijkheid, om de africhting op allerlei terreinen, dus zoowel in de warme laagvlakte als in bergterrein te doen plaast vinden en ter voorkoming van uitgaven voor kampementsbouw, schijnt mij eene vestiging dier afdeeling te Poerworedjo aanbevelenswaardig. Aannemende, dat voor de garnizoenstroepen een 100-tal bereden wielrijders noodig zijn (op de buitenbezitingen behoe ven, in verband met de wegen enz. niet allen bereden te zijn), zoodat in totaal 380 wielrijders in de formatie zouden komen, rekenende op een verloop van 25% 's jaars (hooge eischen aan physiek) zou de depot-afdeeling bij een oefeningstijd van 8 maanden 80 man kunnen bedragen. De kadervorming zou eveneens bij dit depot moeten plaats vinden, zoodat op eene sterkte van ongeveer 90 minderen moet worden gerekend, waar bij als instructeurs waren in te deelen 1 kapitein, 3 luitenants, 4 sergeanten en 4 korporaals; de onderofficieren van de drie landaarden. Verder komen mij noodig voor: een sergeant majoor, een fourier en twee rijwielherstellers. Aangezien het in de bedoeling ligt het onderwijzerspersoneel bij den troep te bezigen, moeteD n. h. v. de instructeurs van het depot zooveel mogelijk vlottende gehouden worden, dus na eene detacheering van b.v. een jaar naar den troep terug. Herhalings cursussen zijn desnoods niet uitgesloten. Daardoor wordt tevens de uitbreiding der legerformatie beperkt, en zou kunnen wor den volstaan met eene uitbreiding der infanterie-formatie met 1 kapitein, 1 eerste luitenant, vast instructeur, 1 sergeant majoor, 1046 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 436