of niet voldoende achter uitgebracht wordt om het schot te
doen afgaan. Bovendien zijn de vele vizierstellingen, de moei
lijk te bepalen richtlijn, de verschillende houdingen van het
individu, de plaatsing van het doel t/o van den schutter enz.
enz. factoren, welke aan den j. sn. aanslag op het oorlogsveld
met betrekking tot hare uitwerking veel van zijne waarde
ontnemen, doch bedoelde factoren gelden natuurlijk evengoed
bij elke andere schietopleidingsmethode. Slechts één vizier
voor groote, één voor middelbare en één voor kleine afstan
den, een korrel „Kokotovic", geen drukpunt, een controle op
het tegen den schouder plaatsen (zonder deze daad is de j. sn.
aanslag alzóó niet mogelijk), een controle op het afschieten
(opdat de kogels inderdaad den loop verlaten), een con
trole op het herladen (opdat de grendel niet gesloten kan
worden als het magazijn ledig is) zijn m.i. daarom noodza
kelijke veranderingen.
Het gevoel, dat geen rede kent, moet te hulp gekomen
worden door factoren, die de schiethandeling niet belemme
ren als ze goed wordt verricht, doch welke die handeling
beletten als ze hoegenoemd geen voordeel oplevert. Boven
dien moet de handeling zelf door hare eenvoudigheid de meest
gewone onzer dagelijksche verrichtingen benaderen. De j. sn.
aanslag is werkelijk moeilijk. Het is geen verrichting, welke
door haar eenvoudigheid maar in de verste verte b.v. onze
gangbeweging nabij komt, zooals de redactie der „Bulletin
de la Piesse terecht in een noot opmerkt naar aanleiding
der beschouwingen van Dr. Lefèvre: „la précision indispen
sable pour ie tir ne peut être comparée a celle nécessaire
pour enjamber un trottoir."
Om te kunnen beslissen of bij ons leger de j. sn. aanslag in
den strijd tegen een gelijkwaardigen tegenstander tot zijn recht
zal komen, is onmogelijk, gegeven aan den eenen kant de we
tenschappelijke juistheid der gronden waarop het principe be
lust, aan den anderen kant de zeer uiteenloopende physiologi-
schen aard der individuen waaruit het leger is samengesteld in
verband met de factoren, welke op 't oorlogsveld van invloed
zijn op de handelingen van het individu; bovendien is het
ondenicht niet voldoende voor het aanleeren en onderhouden
1064
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT