De aanual der Duitsche, Fransche en Russische
Infanterie uolgens de nieuisste uoorschriften.
1072
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
D. v. O. Ie Afii. dd. 1011—'96 No. 17 in Garn. dienst;
nun 28 1—'02 No. 1 J jn lnw_ dienst
13-7- 07 No. I I
25 4'02 No. 10 bjj extr. strafhoek;
17 7'06 No. 9 bij briefwisseling,
enz. enz.
C. C.
(Verneig oan blz. 1001).
Voor het vooruitwerken van af de plaats, waarop het vuur werd
geopend, tot aan den stormaanval, zijn bij eene begrijpelijke gelijkheid
der hoofdbeginselen de bijzonderheden in de drie legers werkelijk
verschillend. In de eerste plaats enkele woorden over aansluiting en
gevechtsruimte. Bijzonder kort is wederom het fransche gevechtsvoor
schrift. Door dat men bij het verspreiden," luidt het op de bedoelde
plaats in het reglement, „tusschenruimten openlaat tusschen de groote
gevechtsgroepen krijgt de troep de bewegingsvrijheid om het aanvals-
terrein te benutten, verliezen te vermijden en 's vijands vuur te be
moeilijken. Door de toegenomen vuuruitwerking is men gerechtigd,
vooral bij den aanvang van het gevecht, eene breedere ontwikkelings
ruimte te nemen. Deze laatste wordt alleen beperkt door den eisch,
dat de troepen in de hand van den aanvoerder moeten blijven en
elkander onderling moeten ondersteunen." De aansluiting moet gezocht
worden naar die gevechtsgroep, die het snelst naar den vijand gaat
om op die manier den drang naar den vijand levendig te houden.
Den grooteren eenheden (bataljons) worden aanvalspunten aangewezen
(z. g. objectifs).
De duitsche aanvalswijze gaat uit van het grondbeginsel (punt 327),
dat „eene onafgebroken drang naar voren en het streven om zijn
buurman hierin voor te blijven, alle deelen der aanvalstroepen moet
bezielen." Slechts bij den aanval op eenen tot de verdediging ont
wikkelden vijand spreekt ons reglement van een afstand voor de ont
wikkelingsruimteongeveer 150 M. voor eene Compagnie op oorlogs
sterkte, ongeveer 1500 M. voor eene brigade van zes bataljons.
Hieruit leest men het toestaan van eene groote speelruimte. Uit de
beschikkingen van den aanvoerder verkrijgt men onder de gestelde
voorwaarden zekere gevechsstrookenwaarin de onderdeelen den strijd
voeren welke eenheden men onder deze onderdeelen moet verstaan,
wordt niet gezegd, echter is het zonder twijfel, dat het hier gaat over
grootere eenheden, ongeveer van de sterkte van bataljons en grooter.
„Ook kan een troep aangewezen worden, waarmee de andere hun be
weging in overeenstemming hebben te brengen, zonder daardoor in
hun streven Daar voren aan banden te worden gelegd (gevechtsaan
sluiting)
Ook in dit opzicht is het russische gevechtsvoorschrift uitvoeriger dan
het fransche en duitsche. Met recht legt het er nadruk op, dat het bij het
ontwikkelen op 5 a 6 werst moeiljjk is aan ieder op zich zelf staand