INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1075 weg veilig maken." In de vuurstelling zelve wordt met de schop eene dekking gemaakt; in geval van nood kan een zandzak, de met aarde gevulde mantel, de met zand volgestopte tentbaan en dergelijke als dekking dienen. Ook aan het maken van maskes en sehijndoelen wordt veel waarde gehecht. Men herkent hieraan duidelijk het gevolg van den japanschen oorlog. Ook het duitsche reglement legt bij het aanvallend gevecht den nadruk op het gebruik van verschansings middelen, maar voegt er den raad bij: „Nooit mag het maken van dekkingen den lust tot onafgebroken voorwaartsgaan verlammen dan wel het graf worden van den aanvalsgeest." Wat betreft het vuren bij het voorwaartsgaan, stemmen de drie legers daarin overeen, dat men een tijdelijk vuuroverwicht als eisch voor een blijvend vooruit komen stelt. Her. duitsche reglement hecht de meeste waarde aan het onafgebroken vuur, dat als een rustig in dividueel vuur „af-en toeneemtnaargelang zich al dan niet loonende doelen vertoonen. De Russen kennen naast het individueele vuur in onze beteekenis nog het vuur, waarbij men het aantal te verschieten patronen gelast om munitieverspilling te voorkomen. Hiervan afwij kend houden de Franschen zich aan „rafales" vast als hoofdvuursoort, om op bepaalde oogenblikken den tegenstander met vuur te overstel pen, terwijl men zich in de pauzen goed dekt. Het verdichten van de tirailleurlinie geschiedt overal uit de onder steuningstroepen („renforts," russisch„compagniereserves"), waar van het verbruik plaats heeft uit compagniëen of hoogere verbanden der tweede linie, al naargelang de strijd op den duur aan krachten verslindt. Algemeen wordt aangenomen, dat de achtergehouden krachten des te dichter bij de hand moeten zijn, naarmate de beslissing nadert, alsook, dat men voor den stormaanval de laatste reserves moet inzet ten. Het nazenden der ondersteuningstroepen en reserves regelt zich bjj ons naar het grondbeginsel, dat benutting van het terrein, voor uitgaan in tempo's, verdeeling in kleine eenheden, zelfs het aanne men van de verspreide orde de middelen zijn om verliezen te vermijden, hoewel het prijsgeven van de gesloten orde met recht als een kwaad wordt beschouwd. „Onder het meest werkzame vijandelijke infanterie- vuur mogen gesloten afdeelingen niet getoond worden", zegt punt 342. Als maatstaf voor de diepte wordt met betrekking op de uitwerking van het infanteriebundelvuur of het granaat-kartetsschot in het alge meen 300 M. genoemd, echter met de opmerking, dat dit gezichtspunt op den achtergrond treedt, wanneer het betreft het verdichten van de vuurlinie. Het fransche voorschrift vermijdt maten en aanwijzingen als bovengenoemde. Instede daarvan zegt het slechts: „Achter de voorste linie volgen de ondersteuningstroepen zonder meer, terwijl zij het terrein als dekking benutten en de formatie naar behoefte hiertoe uitkiezen. De afstanden wisselen naar omstandigheden, echter moet het ingrijpen op het juiste oogenblik gewaarborgd blijven." In tegenstel ling hiermee geeft het russische voorschrift getallen, waar het zegt: De afstanden' tot de volgende afdeelingen kunnen in geen dekking biedend terrein zelfs tuschen de tirailleurlinie en de companies- reserves 600 passen bedragen om aan de dieptewerking te zijn onttrokken."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 465