Een kranige prestatie. 1078 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT gen totdat deze gelakt dan wel tot de laatste reserves zijn uitgeput geraakt. Wij hebben in groote trekken den infanterie-aanval van het duit- sche, het fransehe en het russisehe leger langs ons heen laten trek ken. De ontwikkelingsgang der legers, de ervaringen uit de oorlogen, innerlijke eigenschappen en nationale eigenaardigheden geven hem zijn karakter, waaruit in hooge mate de gezamenlijke vechtwijze van het leger ontstaat. De fransehe aanvalswijze streeft naar groote on gebondenheid en heeft, afgezien van eenige wijziging aan vormen, sedert 1904 deze grondgedachte vastgehouden. Rusland heeft sedert den japanschen oorlog veel beproetd, veel geprobeerd en in zijn ge vechtsvoorschrift een vechtwijze aangenomen, die rekening houdt met de ervaringen uit den zoo ongelukkig gevoerden oorlog en geeft on der aanpassing aan de naar verhouding nog weinig ontwikkelde onder aanvoerders méér bindende voorschriften en getalien dan in het duit- sche en fransehe voorschrift wel goed worden geacht. Hetgeen wij in ons ruim opgevat en van groote grondbeginselen voorzien regle ment 1906 bezitten, met de wijzigingen van 1909, is gemeengoed van het leger. Een hiernaar opleiden, handelen en strijden zal goed resul taat geven. Een open oog voor de vechtwijze der naburige legers, die hunne infanterie met ijver voor den oorlog opleiden, is leerrijk en op wekkend en zal zelfs voor een mogelijk treffen practisch nut geven. Aan dit gezichtspunt was onze beschouwing gewijd, Militar Wochenblatt 1911, No. 35. v. D. Onder dit opschrift schrijft E. in „Het Paard" van 11 Aug. 11. het volgende Evenals het vorige jaar is door het 3e Escadron van het 2e Regiment Huzaren, onder Ritmeester G. J. Maris, wederom een oorlogsmarsch gehouden, waaraan verbonden was een oefening in het bivakkeeren, twee velddienstoefeningen en een proef met de z g. hooikistenwagen (kookwagen), waartoe een bagagewagen was ingericht. Tevens diende de oefening om na te gaan of het troepenzadel, zooals het reeds onge veer twee jaren door Ritmeester Maris gewijzigd is, drukkingen veroor zaakte. Er werd uitgerukt met 3 officiers- en 70 troepenpaarden, waaronder allen die bekend stonden als vatbaar voor drukkingen. De oefening had als volgt plaats 24 Juli 101/2 t's avonds) reveille; 12 uur ('s nachts') afmarsch (veld- tenue); 25 Juli 83/<t uur v. m. aankomst in het bivak Bleijenbeek te Af- ferden. Afgelegde afstand 63 K. M. In het begin van den rnarsch was het zeer donker en regenachtig, in den vroegen morgen zeer drukkend. Er werd 2 maal gedronken, waaraan 2 uur werd besteed, 3 maal een kwartier met de paarden aan de nand gewandeld en elk uur afgezeten ten einde 5 a 10 minuten absolute rust aan de paarden te geven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 468