Ouerzicht Dan eenige Tijdschriften,
Mavors 1911 No. 9.
Deze aflevering begint met een artikel van den Luit. Kol. van den
Belt, getiteld: „De taktiek in het laatste decennium". Het is een
beknopt resumé van hetgeen S. over dit onderwerp in de onlangs weer
verschenen „von Loebell's Jahresberichte" aantrof.
Tal van punten, elk een uitvoerige beschouwing meer dan waard,
worden aangestipt. Ook de quaestie „Drill" is niet vergeten De lezer
weet wat al combinaties men van de woorden „Drill" en „Erziehung"
maken kan. Drill und-oder-kein-ohne-Erziehung. Ook kan men „Erzieh
ung" voorop plaatsen.
Ons lijkt nog altijd het beste „Erziehung" sec, maar zoodanig, dat
we van den voor zijn taak opgeleiden troep kunnen zeggen hij is
goed gedrild.
Ook de voorgeschoven stellingen worden behandeld en aan het slot
wordt nog gesproken over het nut van groote manoeuvres Ietwat naief
lezen we daar o. a., dat er in Frankrijk tegenstanders zijn omdat
ja, omdat Koeropatkin in 1902 bij de groote manoeuvres in Rusland
een aanval deed op een zorgvuldig voorbereide stelling, dat deze aan
val gelukte, maar dat de Russen in Oost-Azie zoo heel anders handelden.
Erg „schlagend" kunnen we de motieven niet vinden. Hoogstens
zou men daardoor tegenstander van de Russische groote manoeuvres
kunnen worden.
De Luit. ten Broecke Hoekstra geeft ons de uitwerking van „Veld
dienst-opgave IV."
Naar aanleiding van de omschrijving, hoe een afdeeling, voeling moet
houden met de tegenpartij, sloegen we ons L. B. V eens op, waar we
nog altijd lezen„Voeling houden met een vijandelijke afdeeling is
het blijvend kunnen waarnemen van de hoofdmacht dier afdeeling."
Dat zal vaak heel lastig zijn. We meenen ook dikwijls de uitdrukking
„voeling houden" in bevelen gezien te hebben, zonder dat daaraan
de in L. B. V. aangegeven beteekenis werd gehecht.
Kort, maar belangrijk, is het artikel van den Kapitein der Inf. O. C.
de Gelder, getiteld: „De opleiding der Zwitserscbe Infanterie. Een eerste
oefeningstijd van 67zegge zeven en zestig—dagenhet lijkt bespottelijk
weinig. Maar als we dan zien, dat de jeugdige mannelijke Zwitsers
eigenlijk reeds in de eerste jaren van het naar schoolgaan beginnen
met training voor de later op hen rustende taak, verdediging van
het vaderland, dan verschijnt ons het oefenstelsel in een geheel ander
licht.