1096
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
In „Infanterievuur op Luchtballons" vermeldt Luit. Alting van
Geusau eenige iD het buitenland genomen proeven. t)
Op een vliegerballon lang 12 M. werden te Jüterborg, zoo lezen we,
door goede schutters 4800 en door een mitrailleur nog 2700 patronen
verschoten. De afstand (1150 M.) was met den afstandsmeter bepaald.
De ballon zakte niet. Neergehaald bleek hij 76 treffers te hebben
dus 1 °/Q.
Te Darmstadt werden op dezelfde wijze 9000 patronen verschoten
op een ballon lang 22 M. met een middellijn van 5 M. De ballon
bevond zich op een hoogte van 400 a 500 M. Bij het neerhalen had
het omhulsel 20 gaatjes.
We zullen wel niet te voorbarig; zijn als we zeggen, dat in oorlogstijd
infanterievuur op luchtballons munitieverspilling is.
Op laatstgenoemden ballon werd ook rog met een 10.5 cM. veldhou-
witser gevuurd op een afstand van 2000 M. Na 2 schoten werd de
ballon vernield.
Voorts bevat deze aflevering' nog de volgende artikelen
„Nederlandsehe troepen bij Quatre-Bras (vervolg)" door Kap. J. N.
Bruin; .Het regelen der S. H." en „Drachtsverschillen" door luit.
Oudendjjk; „Een nationaal verdedigingsmiddel (vervolg)" door Kap.
van Dam van Isselt, terwijl in de „Extra Bijlage" het'opstel „Auto
matische handvuurwapens" wordt voortgezet.
De Militaire Spectator 1911 No. 9.
De le. Luit. der Genie W. H. Schukking vervolgt zijn studie, „Het
gebruik van vliegmachines voor oorlogsdoeleinden," op welk artikel
we reeds de aandacht vestigden. Het geeft ons een beknopt overzicht
van den stand der aviatiek in de verschillende landen.
Nog altijd staat Frankrijk aan de spits. Dit land beschikte in het
najaar van. 1910 reeds over 34 gebreveteerde officieren-vliegers,
welk getal in Februari 1911 tot 70, in Mei d.a.v. tot 80 was
gestegen. Van deze 80 bezitten er reeds 30 het „brevet supérieur,"
ingesteld door wijlen den M. v. O. Brun.
Maar ook Duitschland zit niet stil. Uit de publicaties over de in
dit land plaats gehad hebbende vluchten is, zoo zegt 8., gebleken,
dat het Duitsche materieel, zoowel wat vliegtuigen als de motoren
betreft, al niet meer voor het Fransche behoeft onder te doen. Ach
tereenvolgens wordt verder het tegenwoordig standpunt der aviatiek
in de voornaamste rijken aangegeven.
Vermelden we nog, dat 8. niet nalaat ook het nog onvolmaakte
in de bestaande vliegmachines te doen uitkomen. Zoo vinden we be
treffende de meergenoemde manoeuvres in Picardie (najaar 1910) ver
meld, dat in 6 dagen slechts 2 van de 13 toestellen nuttige diensten
konden presteeren. Nochthans, zoo zegt S., heeft de vliegmachine haar
bruikbaarheid voor den oorlog bewezen.
1) Zie ook I. M. T. 1910 Deel I blz. 62. (Red.)