dressuur. Van elk paard maakt hij onmiddellijk een beoor deeling, er is een aparte rubriek over om de verwachting, die hij van het paard koestert, in te vullen. Nadat de klasse eenige maanden in dressuur is, zal de jonge en onervaren in structeur bemerken, dat hij in die rubriek „verwachting" nog al wat veranderen moet. Eenige maanden later, weer ver anderingen. Bij het africhten der paarden geeft hij deze eene beoordeeling mede naar de veldescadrons en ervaart weder dat hij in zijn eerste beoordeeling nog al eens mistastte. Als hij eenige ambitie in het remontenvak heeft, ontglippen de paarden in de veldescadrons hem ook niet, hij gaat er zoo nu en dan eens „neuzen" om te zien hoe zijn oude disci pelen het maken. Op deze wijze is hij steeds in staat na te gaan of zijn eigen beginoordeel over de paarden wel juist was. 't Behoeft zeker geen betoog, dat met elk jaar zijn be ginoordeel zuiverder zal blijken te zijn. Dit is de eenige goede leerschool, de paardenarts kan haar evenwel niet vol gen deze schooi der praktijk, al stond hij dagelijks naast den instructeur in de manege te kijken, dan zou hij uit gebrek aan rijkunstige kennis en gebrek aan praktijk in dit gewichtig onderdeel der paardenkennis nog niet kunnen beoordeelen of paard No. 99 dikke kogels krijgt, omdat het slecht gereden wordt of omdat het feitelijk niet aangekocht had moeten worden. Er zijn vaste types van Australische paarden die men in de dressuur, soms later in de veld-escadrons, naar boven ziet kantelen, d. w. z. dat zij den neus hoe langer hoe hooger gaan dragen en den rug hoe langer hoe meer laten zakken, deze types staan 't eerst over hun kogels en zijn 't eerst „aus- rangiert". Er zijn weer andere types, die hoewel als paard goed, veelal te lastig blijken voor den remonteruiter, 't is dus zaak ze niet aan te koopen als remontepaard. Ik vraag evenwel hoe zal de paardenarts hierover oordeelen, gegeven zijn kennis en praktijk van het rijden. In vele gevallen zal zijn stem hier nadeel aan den aankoop bezorgen, misschien niet aan den aankoop zoo als zij op Java aankomt, maar zeer zeker aan den diensttijd van den aankoop als legerpaard. Men benoemt toch geen paardenarts in de commissie om te zien of 't paard spatten, gallen of andere gebreken heeft? 666 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 48