moeten geschieden, en dat het de bedoeling is, dat de troepen
zelf in de bereiding van het eten voorzien.
Zeer behartigenswaard is ook hetgeen de Minister in zijn
Memorie zegt ter motiveering van den hoogen begrootingspost.
„Het spreekt van zelf, dat aan manoeuvres, op dergelijke
„wijze gehouden, grootere onkosten verbonden zijn dan vroe-
„ger bij lang te voren uitgeschreven aanbestedingen het geval
„was. Bedenkt men daarbij dat manoeuvres slechts beant
woorden aan het doel, waarvoor zij eigenlijk dienen indien
„zij op vorenomschreven wijze worden gehouden, dat eerst
„dan aan staven en troepen gelegenheid wordt geschonken
„om zich deugdelijk voor hun oorlogstaak te bekwamen, dan
„kan moeilijk worden beweerd, dat uit een oogpunt van
„legerbelang de aan die manoeuvres bestede sommen niet
„rentegevend zullen zijn".
Deze alleszins juiste uitspraak is ook ten volle op het In
disch leger van toepassing.
Een tweede factor van het hoogste belang bij de verpleging
is de spijsbereiding.
Gedurende de manoeuvres was de man daar zelf mede
belast. In verband met de verschillende critieken op deze
wijze van spijsbereiding geleverd, heeft het wellicht zijn nut er
op te wijzen welke ervaringen ten deze bij ons Leger zijn
opgedaan.
Tijdens de actie in Atjeh in 1896 en daarna toen het her
haaldelijk voorkwam, dat de troepen eerst zeer laat in den
namiddag, soms tegen het vallen van den avond in bivak
kwamen, traden de nadeelen van de toen gebruikelijke spijs
bereiding „en masse" duidelijk aan het licht; vivrescolonnes
ruim voorzien volgens tarieven volgden den troep, maar de
verpleging was als regel zeer gebrekkig.
Het duurde zeer lang voordat het onhandige zware keu
kengereedschap uit den trein in de bivaks was aangekomen;
keukens moesten worden ingelicht, water gehaald, vuur aan
gemaakt en dan moest er nog worden gefourageerd bij den
Intendant.
Het was een gewoon verschijnsel, dat troepen, die tegen
1106
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT