c. Stellen van een vluchtend persoon. d. Loslaten zonder bevel zoodra de gestelde stilstaat. e. Afroepen. f. Transport zonder bijten. Het onmiddellijk apporteeren van het voorwerp dat de gearresteerde vallen laat. h. Verdedigen van den geleider op bevel. Afd. IV. a. Opnemen en vervolgen van een spoor, dat twaalf uur oud is en 2000 M. lang. Het spoor is gelegd over een afwis selend terrein en wegen en wordt door water onderbroken. Lucht wordt genomen van achtergelaten voorwerp, voet- of handafdruk naar keuze van den geleider. Aan het sub a gestelde moet binnen 60 minuten voldaan zijn. De hond moet het huis, waarin de spoorlegger verborgen is, aanwijzen, doch er behoort voor gezorgd te worden dat hij niet in diens nabijheid kan komen. b. Het verloren zoeken van een voorwerp van den spoor legger op het hierboven onder a bedoelde spoor. Afstand 200 M. c. Het apporteeren van een voorwerp toebehoorende aan den spoorlegger uit minstens 5 gelijksoortige voorwerpen. d. Het aanblaffen van den spoorlegger zich bevindend onder 5 verschillende personen. Een heele lijst voorwaar! Voor een leek haast ongelooflijk. 't Lijkt „Spielerei", en toch, als men eenmaal een stram en verstandig „militair" als Breston aan 't werk heeft gezien, dan vraagt men zich af waar de grenzen voor 't kunnen van zulke honden liggen. Ik wil hier niet in bijzonderheden der africhting en presta ties treden. Lees één der vele boekjes over africhting, en gij zult voor een leek voldoende op de hoogte zijn. En wat de prestaties betreft, zullen de dagbladen u meermalen frap pante gevallen melden. Oneindig veel meer gevallen van de buitengewone prestaties van politiehonden worden intusschen INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1119 I. M.T. 1911. 75

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 511