terwijl de meeste honden als zij eenmaal aanvallen door hun meester als 't ware van den boef moeten worden afgescheurd en ook dan nog het Co. „af" of „lig" ternauwernood aanhooren. Prachtig is het, een arrestant door den brigadier Croes en zijn hond te zien opbrengen. Croes neemt den arrestant aan zijn rechterzijde, Breston plaatst zich zonder een kik te geven midden tusschen en een weinig vóór het tweetal. Rustig gaat het drietal voort. Maar geen verdachte beweging van den boef, of Breston heeft hem te pakken, en stevig ook, alvorens hij een arm kan opheffen. Vele honden zijn daarentegen bij het opbrengen van een arrestant ware lastposten, die den boef voortdurend blijven bijten en om hem heen draaien, zoodat de baas haast nog meer te doen heeft met den hond dan met den arrestant. Het mooiste vond ik van Breston nog het bewaken van een voorwerp, een citybag. Meer dan in eenige andere ver richting toont hij hierbij zijn opdracht te begrijpen. Meestal is deze bewaking een zwak punt. De hond wordt af gelegd bij het voorwerp, en de baas verdwijnt. Dat komt de hond dikwijls al niet te boven en gaat na eenige oogen- blikken zijn baas opzoeken. Of wel, als de boef aan komt zetten, vliegt hij hem aan en blijft hem overal volgen, in- tusschen het te bewaken voorwerp totaal vergetende, zoodat dit door een ander kan worden weggenomen. Niet alzoo Breston. Zoodra iemand hem nadert laat hij de tanden zien. Daaraan zou iedere landlooper genoeg hebben. Maar de pseudo-boef voelt zich sterk in zijn leeren pak. Hij blijft naderen en steekt een hand uit. Breston bijt er nijdig naar, maar verlaat zijn citybag geen oogenblik. De boef wil doorgrijpen, maar Breston neemt den tasch beschermend tusschen beide voorpooten, steeds liggende, en verdedigt hem zoo tegen elke avanceerende beweging van den boef, zonder dezen ook maar een pas te volgen. Dat is bewaken De doorsneehond blijft liggen bij het voorwerp omdat hij leerde op Co. te blijven liggen, en bijt naar den boef omdat hij naar hem heeft leeren bijten. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1123 1) De doorsneehond is niet de goede liond!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 515