Wenken noor het optreden tegen den Inland5chen uijand, Waar de redactie van dit tijdschrift in het belang van de jongeren onder ons herhaaldelijk gevraagd heeft om bijdragen op het gebied van oorlogvoering, verpleging, patrouille- dienst, nachttochten enz. in te zenden, daar stellen wij ons voor in een reeks artikelen weer te geven datgene, wat wij gedurende ons verblijf op Atjeh van verschillende zijden hebben kunnen samenbrengen en de stof hoofdstuksgewijze te behandelen. Wij hopen hiermede onze jongeren in de allereerste plaats van dienst te zijn; wellicht dat ook de ouderen het een en ander zullen vinden, waarvan ze profijt kunnen trekken. Aangezien het hieronder volgende zuiver op compilatie be rust, wenschen wij geenszins den schijn op ons te laden, dat wij deze opstellen als oorspronkelijk werk willen laten doorgaan. Wij rangschikken slechts het gevondene onder verschillende hoofdstukken en geven dat zooveel mogelijk, in onderling ver band gebracht, weer. Algemeene zaken. A. Indeeling van den troep. Wenschen wij met kleine troepensterkten een goede actie te voeren, dan is een der eerste vereischten daarvoor, dat de troep moreel hoog staat, dat een juiste indeeling der man schappen plaats heeft gevonden, en dat, als deze eenmaal tot stand is gekomen, daarvan zoo min mogelijk wordt afgeweken. De practijk heeft geleerd, dat de kleinste tactische eenheid de groep is, bestaande normaal uit 20 geweren of karabijnen, nl. 3 man kader en 17 manschappen. De Compagnie is der halve verdeeld in 8 groepen. In verband met het handhaven van het tactisch verband moet het navolgende in acht genomen worden. De indeeling van de officieren, het kader en de manschappen van een compagnie of detachement moet steeds vast blijven;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 529