bevel over zijn afdeeling doet vervangen door den oudsten onderofficier daarbij ingedeeld, tenzij in het commando over zulk een colonne, door den daartoe bevoegden chef, op andere wijze wordt voorzien. Het op deze wijze handhaven van het tactisch verband heeft het groote voordeel, dat kader en manschappen elkander kennen, dus weten wat ze in moeielijke oogenblikken aan elkander hebben, waardoor het moreel in de groep stijgt en er kracht van zulk een groep kan uitgaan. Komen manschappen van evacuatie terug, dan behooren zij derhalve weer in hun eigen groep ingedeeld te worden. De zwakke soldaten, of zij, die voor geruimen tijd onge schikt zijn om op patrouille te gaan, doch voor wien eva cuatie nog niet noodig geoordeeld wordt, kunnen tot een afzonderlijke groep, de zg. beri-beri groep vereenigd worden, die dan zooveel mogelijk de diensten in het bivak verrichten, waardoor de valide manschappen meer uitsluitend voor pa- trouilledienst gebruikt kunnen worden. De herstelden uit deze groep gaan natuurlijk weer naar hun eigen groep terug. De waarde van een groep hangt voor een groot deel af van haar aanvoerder en daarom is het tot de plichten van de officieren te rekenen, om goede groepscommandanten te vor men, die geheel in hun groep opgaan en daaruit weten te halen, wat er in verscholen ligt. Zij moeten verantwoordelijk zijn voor alles wat hun groep aangaat; daarvoor oogsten zij ook de eer in, wanneer door hun groep een kranig feit wordt bedreven. Een ander middel om de waarde der groepen te verhoogen is gepaste naijver tusschen de groepen zooveel mogelijk op te wekken, terwijl er met den meesten nadruk tegen ge waarschuwd moet worden de inlandsche soldaten in het oogloopend achter te stellen bij de Europeesche. Ook de Europeesche soldaten hebben een stimulans noodig om zich werkelijk in gevaar te begeven. Bij weinigen is het plichts besef of eerzucht; bij de meesten is het naijver op, dan wel schaamtegevoel voor elkander, en dan nog vooral angst voor bijtenden spot. Welke stimulans blijft er voor de Inlanders, wanneer men van te voren reeds hen allen over één zelfden INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1139

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 531