met den vijand heeft verkregen en een actieve vervolging noodzakelijk wordt geacht, om hem geheel te verlammen. En wie zal vooraf kunnen zeggen, dat die vervolging niet zal noodig ziju? De groepscommandanten moeten ten allen tijde voorzien zijn van een kompas, een horloge, een tirailleur-fluit en een rapport- of opschrijfboekje met potlood. Elke groep moet steeds bij zich medevoeren Twee kapmessen. Is de troep bewapend met den nieuw model klewang, die behalve voor het toebrengen van houwen ook ingericht is om er mede te kappen, dan is het me devoeren van deze kapmessen minder noodig. Twee tot vier touwen van +20 M. lengte. Twee tot vier blikken obors. Een verbandtaschje, zoo mogelijk van geitenvel of imitatie* leder, waarin het verbandtaschje van hospitaallinnenhierin, behalve de noodige verbandpakjes, nog een caoutchouc afbind- buis. Twee spreien. Twee stukken imitatieleder ter lengte van minstens 15 Meter opgerold om een stok. Twee grendelsleutels en twee mondingbeschermers. Een stormlantaarn met voldoende petroleum. Een tandoe zonder draagstok. Per man worden medegenomen: 100 patronen(op kleinere tochten kan met 50 patronen vol staan worden). Een veldzak. Een kookpannetje. Rijst voor maximum vier dagen en gezouten visch (of deng-deng). Obors, touwen en verbandmiddelen zijn op patrouille on misbare zaken. De gewoonlijk gebruikte obors bestaan uit ledige saucis- blikken, waarin uitgerafeld touw, lappen of opgerold zakken- goed, in petroleum gedrenkt, is aangebracht, en van een INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1141

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 533