welke door de benden op hen wordt uitgeoefend om zich bij
hen aan te sluiten en komt er geen verandering in den toestand,
welke juist door ons bestreden wordt.
De hoofden moeten dan ook steeds met onderscheiding be
handeld worden, terwijl in de bewoonde streken zooveel mo
gelijk alleen daar, waar de noodzakelijkheid dat eischt, van
de vuurwapenen gebruik gemaakt wordt.
Eveneens moet er ten strengste tegen gewaakt worden,
dat gampongs, missigits en woonhuizen der bevolking ver
brand worden; zelfs in geheel verlaten streken mogen alleen
tijdelijke verblijven buiten de gampongs van bendehoofden
en hunne benden, alsmede loodsen en gebouwen binnen vijan
delijke versterkingen verbrand worden.
Daarentegen moeten vijandelijke schuilplaatsen en tijdelijke
wijkplaatsen van uitgewekenen steeds geheel vernield en
opgeruimd worden, terwijl, wanneer aanraking met de uit
gewekenen is verkregen, deze aangespoord moeten worden
weer naar hun vroegere woonplaatsen terug te keeren. Over
alle voorraden in de vijandelijke nederzettingen mag vrijelijk
beschikt worden en is het aan te raden, wanneer ze uit ge
brek aan dragers niet kunnen worden medegevoerd, ze te ver
nietigen, althans niet meer geschikt voor het gebruik te maken.
Zooveel mogelijk moet er tegen gewaakt worden, dat be
bouwde terreinen van bevriende bevolking betreden en daar
door beschadigd worden. Trachten kwaadwilligen daarin te
ontvluchten, dan wel zich te verbergen, zooals dat vaak in
hoogstaande padivelden wil gebeuren, dan worden zij daarin
achtervolgd, doch noodelooze vernieling der gewassen voor
komen.
In bewoonde gampongs nachtverblijf moetende houden, mag
de bevolking hiervan zoo min mogelijk last ondervinden en
is het aan te bevelen in overleg met de hoofden te treden
voor het ontruimen van woningen, dan wel voor het maken
van tijdelijk logies. Voor het gebruik der woningen als ook
voor gekapte materialen moet de bevolking naar billijkheid
schadeloos worden gesteld.
Zijn daarentegen de gampongs, waar nachtverblijf gehouden
wordt, verlaten, dan mag vrijelijk beschikt worden over de
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
1147