doordat geen vivres te krijgen zijn, kan de patrouille, die met één dag vivres uitrukt, langer dan 24 uren uitblijven. Gaat zij met een maaltijd in den maag op marsch, dan kan zij met de vivres, die zij medevoert, in voeding voorzien tot en met den overeenkomstigen maaltijd 24 uren later, waarna opnieuw kan worden gemarcheerd tot den eerstvolgenden maaltijd. Bij excursiën en meerdaagsche patrouilles moet zoo veel mogelijk naar bovenstaande beginselen worden gehandeld. Is in de landstreek, waar de troepen ageeren, de bevolking reeds geregistreerd, dan verdient het aanbeveling het navol gende in acht te nemen. Waar het dragen van blanke wa penen alleen is toegestaan aan hen, die daartoe eene vergun ning hebben ontvangen, en het bezit van eenig vuurwapen blijkt uit het geregistreerd en genummerd zijn dier vuurwa penen, is het duidelijk, dat ongemerkte vuurwapenen en ook die, waarvan misbruik gemaakt wordt, ook al zijn ze gemerkt, dan wel die, welke aangetroffen worden op plaatsen, waar ze niet behooren, in beslag moeten worden genomen. Waar daarbij het recht tot vervoer van vuurwapenen een afzon derlijke vergunning vereischt, daar zal op mannen, die met zulk een wapen gewapend zijn en na aangeroepen te zijn vluchten, gevuurd mogen worden. Hetzelfde zal mogen ge schieden ten opzichte van personen, die met een blank wapen gewapend zijn en geen gehoor geven aan aanroepen. Om onnoodig bloed vergieten te voorkomen, verdient het echter de voorkeur dergelijke personen levend in handen te ver krijgen. Zoo ook moet al het mogelijke gedaan worden, om, wanneer onder vluchtenden zich vrouwen en kinderen be vinden, deze te sparen door niet te schieten. Het controleeren der passen moet met den noodigen tact geschieden en met vermijding van alles, wat naar ruwheid zweemt, terwijl het ook niet te vaak mag plaats hebben, om de bevolking niet telkens lastig te vallen. Daarom is het voortdurend aanroepen van menschen, die men tegenkomt of die aan den veldarbeid zijn, zooveel mogelijk na te laten alleen dan, wanneer de troep beschoten wordt, dan wel, wan neer volgens ingekomen bericht, in een gampong zich een INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1149

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 541