CTleer teekens.
In den jaargang 1910 van den Militairen Spectator vielen
me twee stukken op, over een onderwerp, waaraan m. i. bij de
infanterie oefeningen te weinig aandacht wordt geschonken,
n. 1. het overbrengen van bevelen op het gevechtsveld. Waar
toch oefeningen zoo dicht mogelijk bij de werkelijkheid moeten
komen, daar doet het iemand vreemd aan, wanneer hij een
tamboer of hoornblazer met een mak looppasje op zijn hoogst,
naar de voorste afdeelingen ziet gaan, daar een bevel mee-
deelen, om daarna even kalm weer naar zijn chef terug te
keeren, wat toch een absolute onmogelijkheid moet worden
genoemd.
Waarom de moeilijkheden, verbonden aan het overbrengen
van bevelen onder vijandelijk vuur, niet beter onder de oogen
gezien en ons tevreden gesteld met een middel, dat ons op
het toekomstige gevechtsveld met besliste zekerheid in den
steek zal laten
Afgescheiden toch van de omstandigheid, dat, onder den
invloed van een ernstig gevecht, de juiste overkomst van be
velen veel te wenschen over zal laten, is het een groote vraag,
of de c. (b.) cdt. zal kunnen beschikken over het noodige aantal
personen, wier moed aan de zware te stellen eischen zal
voldoen.
In genoemd tijdschrift dan, troffen me de artikelen van de
kapiteins der infanterie K. W. Bouwensch en H. C. J. ter
Beek, waarin beiden sterk aandrongen op een algemeen sein-
stelsel voor de Hollandsche infanterie ten dienste van de bevel
voering gedurende het gevecht. Aangezien ik de resultaten
van het oefenen op de teekens van den kapitein Bouwensch
heb gezien, bij mijn detacheering te Arnhem, en ik die prac-
tischer vind, dan de door den kapitein ter Beek gegevene
(middels vlaggen), heb ik veel van de hieronder genoemde
teekens overgenomen van eerstgenoemde.