als hij in beweging moet komen op een teeken van zijn
commandant.
2. Verspreiden. Het tegenovergestelde teeken van verza
melen, waarbij de bevolen tusschenrnimte wordt aangegeven
door het omhoog steken van 1, 2, 3 of 4 vingers. Wordt
het teeken „verspreiden" alleen gegeven, dan is de tusschen
rnimte gelijk aan die in de gesloten orde. Het verspreiden
geschiedt steeds in den looppas.
3. „Vuren". Het maken van eenige schijnaanslagen, zoo
mogelijk met behulp van de klewang.
4. „Ophouden met vuren". Afzwaaien.
5. „Groepsgewijze vooruitgaan". Eerst het teeken „voor
waarts" geven aan den commandant der r (1) groep; daarna
aan dien der 1 (r) groep.
6. „Munitie aanvragen". Met het hoofddeksel in de hand
de arm strekken in de richting van den naasthoogeren chef.
7. „Bajonet op". Deze beweging nabootsen.
B. Voor den C. Commandant.
1. Het formeer en der flank-, uit de marschcolonne"armen
zijwaarts heffen en daarna het aantal 10-tallen passen aan
geven door het omhoog steken van vingers. De 2e (3e en 4e)
sectie rechts (links) van de voorste met den looppas, tenzij
het teeken „halt" wordt gegeven aan de le sectie.
Oppervlakkig oordeelende, zou men zeggen, dat 3 kort achter
een gegeven teekens verwarring zouden veroorzaken, maar bij
eenig oefenen komt dat beslist niet voor.
2. „Echelon-formatie aannemen'"-, armen zijwaarts heffen en
daarmee de lijn aangeven, waarin de hoofden der sectiën
komen.
Verder als bij B. 1.
3. Rechts (links) de tirailleur linie verlengen"de r (1) arm
achterwaarts strekken en haar daarna zijwaarts naar voren
slingeren, als of men een bal over den grond wilde werpen.
4. „Tirailleurlinie versterken"2 X het teeken „voorwaarts"
geven.
5. Verzoek ondersteuning" (van den C. Commandant, aan
den B. Commandant, als b.v. de ondersteuningstroepen ver
bruikt zijn en dit niet direct door den B. Commandant wordt
1162
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT