Bef aanuragen Dan troepenpaarden door officieren nan onbereden mapens. 1166 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT Waar ik hier pleit voor de jongste leden van het officierskorps, pleit ik voor het leger, waarvan zij de toekomst in handen hebben. Men vergete echter niet, dat mijn pleidooi zijn actueel belang ontleent aan het feit, dat dezer dagen een tweede luitenant werd voor bijgegaan, omdat hij niet voldoende berekend was voor de hem op gedragen taak Moge de Excellentie, die het bevel voert over het leger en in het officierskorps de allerhoogste plaats inneemt, zich de dwalingen zijns weegs herinneren en nogmaals ernstig overwegen of recht gedaan is door op zoo klein verzuim zoo zwaar een straf te stellen. Een oudgediende. Onlangs werd door den Leger-Commandant bepaald, dat zoogenaam de jonge paarden van de Cavalerie niet aan officieren buiten het wapen mochten worden verstrekt. Nu is het ontegenzeggelijk waar, dat deze maatregel in het belang is van ons ruiterwapen en vaak ook in het belang van de dieren zelf, maar wat zijn nu de gevolgen hiervan Zoodra eene nieuwe lichting paarden zoo ver is, dat zij tot de zoo genaamde oude paarden wordt gerekend, dan zal als regel op de beste elementen reeds door Cavalerie-officieren beslag zijn gelegd. En had men nu maar uit die oude paarden eene onbeperkte 'keus De stallen van een eseadron langs wandelend, wordt men echter al spoedig bitter gedesillusioneerd, want telkens, als men een paard tegen komt dat een goeden indruk maakt, hoort men de opmerking: dat is een paard van een wachtmeester, trompetter of officierspatrouille, of wel het is door een Cavalerie-officier ingeleverd, en geen dezer paarden mag aan officieren buiten het wapen worden verstrekt. Wie dit verbod heeft uitgevaardigd is mij niet bekend, doch in den laatst uitgekomen bundel algemeene orders heb ik geen enkel hiermede over eenstemmend voorschrift kunnen vinden. Het is echter duidelijk, dat door dergelijke beperkingen het doen van een keuze uiterst moeilijk wordt, want dat de paarden gereserveerd voor wachtmeesters enz. niet de slechtste zijn, spreekt wel van zelf. Nu is hiermede niet gezegd, dat de overige paarden alle minder waardig zouden zijn, maar men mag toch niet uit het oog verliezen, dat een officier zich bij voorkeur geen paard van 14 jaar aanschaft; bovendien behoort een officierspaard toch ook aan eenige eischen te voldoen voor wat betreft zijn uiterlijk voorkomen. Gaat men ten slotte na, dat een niet onbelangrijk deel der bereden officieren van de onbereden wapens slechts tijdelijk paarden-fourage geniet, welke onmiddellijk ophoudt zoodra de belanghebbende uit zijne bijzondere betrekking wordt ontheven, en dus reeds hierdoor alleen genoopt is een paard van den troep te koopen om zich voor financieele schade te vrijwaren, dan is het duidelijk, dat het gros van deze categorie officieren onmogelijk behoorlijk bereden kan zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 558