2203 1998 2079 2061 2085 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1169 Hoezeer het totaal aantal behandelde dieren geringer was dan het vorige jaar, 6073 tegen 6226, was als gevolg van de ongeveer 10 gerii geie legersterkte het percentage zieke dieren hooger n. 1. 294 tegen 272 in 1909. Schakelt men voor de jaren 1907 tot en met 1909 ook de tamme stoeterij (welke thans niet meer in de leger-statistieken voorkomt) uit, dan krijgt men voor de 4 laatste jaren het volgende vergelijkende overzicht. Dienstjaar. 1907 1908 1909 1910 Gemiddeld Totale sterkte. Behandeld. 6415 of 287 5219 of 261 6074 of 292 6073 of 294 5945 of 285 Wij zien hieruit dat de feitelijke stijging van het ziektecijfer bij de legerpaarden de niet in de controle ingeschreven officierspaarden inbegrepen sedert het vorige jaar van zeer geringe beteekenis is geweest. In vergeljjking met andere tropische en subtropische landen is dit ziektecijfer buitengewoon hoog. Het bedroeg voor Britsch-Indië van 1 April 1908 tot 31 Maart 1909 86 voor Zuid-Afrika en Egypte voor het dimstjaar van 1 April 1909 tot 31 Maart 1910 respectievelijk 116 en 114 Dit hooge cijfer voor Neder- landsch-indië vindt zijn verklaring in het feit dat alhier alle ter be handeling aangeboden paarden, dus ook die, welke „dienstdoende" worden behandeld, in de ziekenregisters worden ingeboekt, hetgeen in de meeste legers niet geschiedt. Ook in een ander opzicht wijkt de Nederlandsch-Indische statistiek van die van de meeste legers af, namelijk dat daarin worden opgeno men alle paarden om welke redenen ook op reform gesteld, terwijl voor bi]na alle andere legers alleen die paarden worden vermeld, welke wegens een bepaalde ziekte uit de sterkte worden afgevoerd (de zoo genaamde veterinary castings). Kan dus geen behoorlijke vergelijking gemaakt worden met andere legers, wat betreft het ziektecijfer en het percentage der op reform gestelde paarden, wel kan dit geschieden bij de gestorven en afge maakte dieren. "Volgens het Engelsche Statistical and general report of the army veterinary service 1909 waren die verliezen in ondervermelde legers naar de laatste rapporten als volgt: Algiers en Tunis, gestorven en afgemaakt Oostenrijk-Hongarije Frankrijk Duitschland Kusland Spanje li Engeland (Yereenigd Koninkrijk) Egypte gestorven en afgemaakt Zuid-Afrik a Britse h-indië n 2.79 1.24 2.00 1.93 1.81 5.96 2.29 1.95 4.49 3.11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 561