1172 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT schikt maakte voor alle diensten. Het meerendeel kon lichte diensten volgen en ettelijke paarden maakten in weerwil van duidelijke kaak verschijnselen alle diensten mede. Bovendien werd een 87-tal dieren (8.6°/0) op grond van twijfelachtige kaakveranderingen beschouwd als verdacht te zijn van aan deze ziekte te lijden. Deze dieren volg den alle diensten. Het percentage zieke paarden liep bij de beide bereden wapens niet van beteekenis uiteen, terwijl geconstateerd werd, dat zoowel zieke dieren voorkwamen onder die, welke van Australië naar het Remonte-dépot te Padalarang, als wel onder die, welke direct naar Salatiga en Banjoe-Biroe waren gedirigeerd geworden. De ziekte is derhalve niet aan één bepaald garnizoen gebonden. Waar omtrent de oorzaak van de osteomalacie de meeningen van de deskundigen nog uiteenloopen, werd op verzoek van het Departement van Oorlog deze aangelegenheid aan het Yeeartsenijkundig laborato rium te Buitenzorg in onderzoek genomen. In afwachting echter tot dienaangaande meer licht is verspreid, werden met ingang van 1 Dec. 1910 bij wijze van proefneming voor den tijd van 6 maanden de vol gende maatregelen genomen 1. Het ration gras werd voor alle uitheemsche troepenpaarden ver hoogd met 5 K.G., dus gebracht op 30 K.Gr. 2. Voor de zieke en verdachte dieren werd dit verhoogd tot 35 K.G. 3. Aan alle uitheemsche paarden werd gedurende de eerste 4 werk dagen in de week 40 gram voederkalk (per dag) verstrekt. 4. Tot den volgenden Oostmoesson werden de diensten der troepen paarden zooveel mogelijk beperkt. Uit de resultaten van deze proefneming mogen nog geen positieve conclusies worden getrokken, aangezien de legerpaarden, doordat in 1910 geen groote manoeuvres werden gehouden, reeds sedert 1 Au gustus 1910 tot den Oostmoesson 1911 in bijzonder gunstige om standigheden hebben verkeerd, wat zeer zeker aanzienlijk heeft mede gewerkt tot het verlagen van het ziektecijfer. Dit bedroeg n. 1. in Mei 1911 slechts 21 (2 pCt.), terwijl daarentegen dat voor de verdachte dieren was gestegen tot 102 (10 pCt.) Gedurende de 9 maanden van Juli 1910April 1911 hadden de volgende mutaties plaats: Ziek ultimo Juli 191045 Bijgekomen12 Hersteld2 Verbeterd en in de rubriek „verdacht" overgegaan. 18 Gestorven1 Afgemaakt1 Op reform gesteld14 Ziek ultimo April 191121

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 564