Telepfeoneo, Remonteering der Caoalerie. 1174 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT van liet Japansche Leger, een kanaaltje aangebracht, waardoor het gas zijwaarts een uitweg naar buiten kan vinden. Aangezien de gevolgde methode van reiniging van het inwendige der geweer- (karabijn-) loopen nog altijd oorzaak was van te spoedige uitslijting, werd eene vergelijkende proef tusschen reiniging met lap pen en met loopborstels genomen, welke geheel in het voordeel der laatste uitviel. In verband hiermede zal de loopreiniging uitsluitend met loopbor stels geschieden, doch met handhaving van de grondige reiniging eens per maand. Op de schietbanen in de groote garnizoensplaatsen zullen telefoon toestellen worden beschikbaar gesteld. Ten einde deze ook hij oefeningen enz. te kunnen benutten zullen voor dit doel patrouille-apparaten worden aangeschaft. Het Kemonte-Depót te Padalarang leverde in 1910 aan het Leger af 264 paarden (117 voor de Cavalerie, 120 voor de Artillerie en 27 voor de Officiersremonteering) tegen 205 in 1909. Voor de aanvulling van dat depót werden door de, in 1910 naar Australië gezonden, commissie aangekocht: 229 rijpaarden (160 voor de Cavalerie, 30 voor de Artillerie en 39 voor de Officiersremontee ring), 44 trek- en 21 draagpaarden, alle 4 a 5 jarige. In het „Voorschrift betreffende het africhten der paarden bij de Cavalerie" is eene bepaling opgenomen, volgens welke de jonge paar den bij den troep in 2 categoriën worden verdeeld. Alle paarden die van het depót komen, vormen de paarden der le categorie en worden in een afzonderlijke afdeeling, buiten het pelotonsverband, geoefend. Gemiddeld na een jaar gaan ze over naar de 2e categorie, met dien verstande, dat de sterkere paarden, korter, de slappe langer in de le categorie blijven. Paarden der 2e categorie doen alle diensten, uit gezonderd zware patrouilleritten, mede, om na 6 maanden voor goed in het eskadron over te gaan. In begin November 1911 vertrok wederom eene commissie naar Australië tot den aankoop van 249 rijpaarden (200 voor de Cavalerie, 10 voor de Artillerie en 39 voor de Officiersremonteering), 90 trek- en 25 draagpaarden. Door de verscheping en de verzorging aan boord, waarvoor vroeger de leverancier zorg droeg, aan de commissie op te dragen, waarbij voor de verzorging, in plaats van de Australische paarden-verzorgers, Inlandsche Cavaleristen worden gebruikt, is het mogelijk geworden den lemonteprijs in Australië met f 120 per paard te verminderen, zoodat deze thans bedraagt Voor een Cavaleriepaardf 380. Yoor een Artilleriepaard440. franco aan boord op de inschepingsplaats.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 566