4e. zal iedere afdeeling, die uit taktische overwegingen een groot aantal malen x) dien normalen afstand van de voorgaande afdeeling heeft te onderhouden, steeds van die sterkte zijn, dat één of twee man per 100 M. gerust gemist kan worden, temeer daar men ze theoretisch nooit kwijt kan zijn, daar ze bij elke vertraging van voren bij opvolging op de eigen afdeeling moeten terug vallen. Yelen zullen wellicht net bovenstaande te veel uitgesponnen vinden voor iets, dat zoo voor de hand ligt, maar waar ik niet ééns, maar vele malen, door verschillende personen, in de praktijk een geheel andere opvatting gehuldigd zag, verwacht ik dat het geschrevene althans onder de oogen van enkelen dezer categorie zal komen, in welk geval het, naar ik hoop, niet nutteloos is geweest. G. s. 674 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1) Hiervan natuurlijk verkenningsdetachementen (-afd.) uit te zondereu. Voor deze tocli zijn alle v.m». tussehen kern en uitgezonden patrouilles uit den booze te achten. Wellicht ware het niet overbodig geweest in de L. B. V. het gebruik van v.m". voor den verkenningsdienst te verbieden, al brengt een streng logische gedachtengang reeds op de gedachte, dat de in het hoofd van dit opstel aan gehaalde' alinea niet op den verkenningsdienst kan slaan, daar ze eerst na volledige afhandeling van dit onderwerp in het hoofdstuk Marschen werd op genomen. Toch ziet men nog vaak tussehen patrouilles en kern van het de tachement door v. mi., in den waren zin des woords, een verraderlijk verband onderhouden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 56