INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1183 het mindere personeel, niet het minst voor de burger-ambtenaartopogra- fen, maar ook voor het inlandsche personeel en toelagen voor de buitenbezittingen. Hierbij werd vermeld, dat een élève mantri bij den kadastralen dienst aan traktement, toelage in het terrein en dago-elden per maand 50 ontvangt en na drie-jarigen dienst f 55, terwijl een°élève- topograaf per maand aan traktement, toelage in het terrein en daggelden f 35 ontvangt en na driejarigen dienst geene verhooging geniet. Bovendien krijgt men bij den kadastralen dienst nog eene toelage voor werkzaamheden in de buitenbezittingen, welke de élève-topograaf niet ontvangt. Oncler af deeling 180. J) Eenige leden hadden bezwaar tegen de vor ming van gemengde Amboineesch-inlandsche afdeelingen. Zij vreesden dat de Amboineezen, die prat zijn op hunne zelfstandigheid en ook anders gekleed zijn dan de overige inlanders, met de laatsten niet zou den willen samengaan. Ondei af deeling 181. Dat het voor de opleiding en oefening van de beide halve eskadrons cavalerie, waarvan in de toelichting sprake is, noodig zou zijn elk door een ritmeester te doen commandeeren, konden sommige leden niet inzien. Zij achtten de voorgestelde uit breiding met 1 ritmeester onnoodig. Onderafdeeling 182. 3) Toegejuicht werd, dat eindelijk maatregelen genomen worden om beter toezicht uit te oefenen op het rookzwakke buskruit. Men betreurde, dat hiertoe niet vroeger is overgegaan. Men hoopte, dat het voortaan niet meer noodig zal zijn, groote en°dure par tijen buskruit op te ruimen. Vernomen was, dat eene partij van zes millioen onbetrouwbare pa tronen naar Indië was gezonden, ts dit bericht juist? Zoo ja, waaraan is die uitzending toe te schrijven? Ondei af deeling 186. 4) In de toelichting wordt de gebruikelijke uitdrukking n buitenlandsche vijand" gebezigd. Men gaf in overweging voortaan het woord „buitenlandsche" te doen vervallen, aangezien het niet wenschelijk is het te doen voorkomen, alsof er ook binnenland- sche vijanden zouden bestaan. Onderafdeeling 212. 5) Eenige leden wenschten, dat aan kapiteins- brigadechefs van den topographischen dienst hetzelfde traktement werd toegekend als aan de kapiteins van den generalen staf. Hiervoor werd aangevoerd dat, nu de betrekking van chef der triangulatiebrigade door een ingenieur wordt vervuld, en na de aanstelling van een sous chef van den dienst en de oprichting der éde en 5de brigades, van de 23 officieren slechts 3 den rang van hoofdofficier verkrijgen, terwijl het voor een brigadeehef bijna niet mogelijk is zich geschikt te maken 1) Zie blz. 812 I. M. T. Red. 2) Zie blz. 814 I. M. T. Red. 3) Zie blz. 816 I. M. T. Red. 4) Tractementen enz. genie. Red. 5) Zie blz. 910 I. M. T. Herziening tractementen der kapiteins. Red. I. M. T. 1911 „n

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 575