(Tlenging dqd nerschïllende landaarden in hei leger. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 1189 port kan men op tendentieuze wijze zinsneden lichten en hieruit naar wensch vele artikelen vóór of tégen de Krupp-leveranties smeden. Krupp komt er echter in het rapport zelve beter af dan iemand denken kon; daartegen kwam de onkunde in modern technische artillerie-aangelegenheden der nederlandsche artillerie-specialiteiten, en van de indische in het bijzonder, ten zeerste uit Daarom, steek de hand in eigen boezem, verbeter de technische opleiding der ar tillerie-officieren, verschaf hun een onbevangen blik en objectief oordeel, en van eenig monopolie zal en kan geen sprake zijn. Slechts dan heeft men een waarborg het beste artillerie-materiaal te ver krijgen, en als Krupp dan de leverancier is, pleit dit niet vooreen monopolie, doch wèl voor het feit, dat hij zijn hoogstaand stand punt op artilleristisch constructief gebied alle concurrentie en naij ver, zelfs onware voorstellingen en laster ten spijt, heeft weten te bewaren. Aan het Algem. Handelsblad ontleent het Bat. Handelsblad van 13 Nov. het volgende. Het ligt, zooals uit de begrootingsstukken blijkt, in de bedoeling van het legerbestuur om europeanen, amboineezen en inlanders niet, zooals tot dusver, in afzonderlijke (infanterie) compagnieën te formeeren en 4 daarvan tot een bataljon samen te voegen, maar elk dezer compagnieën te doen bestaan uit een europeesche en uit gemengde amboineesch-inlandsche afdeelingen. Hoeveel er van deze laatste zullen zijn, wordt niet vermeld, ook niet, of het al dan niet in de bedoeling ligt, amboineezen in ééne afdeeling samen te brengen. Yan „meer innige menging van verschillende landaarden"*d. w. z. van meer en van minder gevechtswaardge elementen wordt „verhooging van de gevechtskracht van het geheel verwacht." Andere koloniale mogendheden denken hier geheel anders over. In de fransche en engelsche bezittingen b. v. zijn zoowel euro peanen als inlanders tot afzonderlijke korpsen georganiseerd en hoeden vooral de Britten zich angstvallig om deze inlanders, ethno- graphisch of godsdienstig tot verschillende groepen behoorende bij elkander te brengen in één regiment, laat staan in één bataljon, zooals tot nu toe in Nederl.-Indië de gewoonte was. Of bovendien de zich terecht voelende Amboineezen (door Daen- dels de beste soldaten der wereld genoemd) verheerlijkt zullen zijn, te worden gedwongen met andere inlanders in één compagnie saam te dienenof eerstgenoemden zich niet veeleer door dezen maat regel gekrenkt zullen gevoelen, is een factor waarmede eveneens rekening dient te worden gehouden. Evenzeer of door het samenbrengen van meer en minder goede elementen in klein verband niet gevaar wordt geloopen, het tegen overgestelde van wat wordt gehoopt te bereiken, nl. de eersten door de laatsten te zien medeslepen in geval van paniek.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 581