1192
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
Gedurende eenige maanden bleef het onderwerp „Kustverdediging"
rusten Het was dan ook zoo ongeveer van alle zijden bekeken.
Thans valt echter weer een artikel te vermelden, n. 1. dat van Luit.
D. Ritman, getiteld: „De Plannen betreffende de Kustverdediging,
(een schets op econotnischen grondslag)".
Nieuwe gezichtspunten heeft ons het opstel niet geleverd. Het is
reeds meer verteld, dat de Engelschen nimmer op onze kust zullen
landen. Omtrent de waarde onzer zeegaten enz. voor de Duitschers
wordt vermeld, dat deze alleen van belang voor h^n kunnen zijn, als
Duitschland zich het bezit daarvan verzekert vóór een eventueelen
oorlog van dit land met Engeland. Maar dat zal, zoo zegt S., Engeland
niet toestaan.
M. a. w. we kunnen nog al gerust zijn.
En nu de economische grondslag! S. zegt daarover het volgende:
Onze taak ligt op zee, wij hebben groote economische belangen, wel
ke wij moeten beschermen door middel van een vloot. Deze, zoo zegt
S. verder, moet zoo sterk zijn, dat zij zoo noodig de Duitsche in haar
taak tegen de Engelsche met succes kan steunen.
Het zou aanbeveling verdienen, dat S. ook eens meldde, hoeveel
millioenen dat zou kosten, b. v. zoo op 10 millioen na nauwkeurig.
Voorts bevat deze aflevering nog een opstel „Militaire Recht
spraak" door J. Eijsten, Kapitein der Art., en het artikel „De katapul
ten der Grieken en Romeinen" door W.J. M. H. Berden.
Mavors 1911 No. 10.
Met uitzondering van een straks nog nader te vermelden kort arti
kel, wordt deze aflevering geheel gevuld met een verslag over de in
September j. 1. in Nederland gehouden groote manoeuvres, van de hand
van den Luit. Kol. thans reserve-Kolonel van den Generalen
Staf J. C. van den Belt.
De dagbladen hebben ons reeds het een en ander omtrent die ma
noeuvres gemeld, waarbij zooals den lezers bekend is, voor de eerste
maal in Nederland vliegeniers optraden. Zelfs de Chef van den
Generalen staf maakte als passagier-verkenner een vliegtocht mede.
Speciaal in een terrein als waarin de manoeuvres plaats hadden,
Tieler- en Bommelerwaard waar Rijn, Linge, Waal en Maas be-
langrjjke hindernissen vormen voor de gewone verkennings afdeelingen,
zijn vliegmachines een zeer te waardeeren aanwinst voor een behoor
lijke uitoefening van den ophelderingsdienst.
Bij den aanvang der manoeuvre werden de beide partijen, le en 3e
Divisie, verondersteld geconcentreerd te zijn op punten, die 100 K.M.
van elkaar verwijderd waren, waardoor de verkenningsdienst zeer zeker
goed tot zijn recht kwam, maar waardoor de manoeuvre moest worden
afgebroken op het moment, dat beide partijen „sprungbereit" stonden.
Daardoor bleven de toeschouwers verstoken van het genot der aan
schouwing van den eigenlijken worstelstrijd, den stoot „a tête baissée"
zooals de correspondent van de N. R. Ct. schreef.